“Geen huisdieren? Ik vind jullie echt types voor een …” (vul in: kat, hond, konijn, goudvis of kanarie). Deze opmerking wordt meestal gemaakt door huisdierbezitters. Mijn standaardreactie: “Ik houd te veel van dieren om ze in huis te halen. Dieren moet je minstens zo goed verzorgen en opvoeden als je eigen kinderen, dat kost mij al grote moeite.”
Toch stond er enkele dagen geleden ineens een plastic bakje op het aanrecht. Twee wandelende takken waren mijn huis binnengeglipt. Natuurlijk was het een complot. Dochter M. en L. keken verrukt naar de levenloze takken. “Wij zullen ze echt goed verzorgen,” riepen ze. Ik wil geen cynicus zijn, ik besloot ze te geloven.
Sprietje, zo heet de langste tak. Sproetje is de kleinste. Ze zitten de hele dag stil op een blaadje of hangen op de kop aan het deksel. Het bakje staat alleen maar in de weg wanneer ik brood wil smeren.
Dansende takken
Gisteravond tuurde ik eens wat langer in hun plastic huis: Sprietje bewoog! Hij/zij maakte een heupwiegende beweging, alsof er wandelende-takken-muziek klonk die voor mij onhoorbaar was. Sproetje begon daarna ook te ‘dansen’. Niet lang daarna was ik verdwaald op internet in takkenfora, speciale werkgroepen, onderzoeken, gespecialiseerde tijdschriften, spreekbeurten en verzorgingstips. Het werd gevaarlijk: ik begon het intrigerende diertjes te vinden en voor je het weet plaats je op Facebook schattige foto’s met smileys en vier je de verjaardag van Sprietje en Sproetje met versierde klimopblaadjes.
Even wat feiten: wandelende takken of Phasmatodea, zoals ze in de wetenschap worden genoemd, komen op alle continenten voor behalve op Antarctica. In Europa leven wandelende takken vooral in de warmere landen. In Nederland en België is het helaas net te koud voor dit diertje om te overleven. Veruit de meeste soorten leven dus in warme, tropische gebieden. Daar leiden ze een rustig, onopvallend bestaan tussen de bladeren van hun voedselplant.
Ondanks mijn internetspeurtocht heb ik nog steeds geen idee welke takkensoort op mijn aanrecht leeft. Het is een beetje alsof zich twee vluchtelingen hebben gemeld waarvan ik niet weet uit welk land ze komen, wat ze graag eten en welke gewoontes ze hebben. Uitzetten was inmiddels geen optie meer, want buiten zouden ze sterven van de kou.
Het was inmiddels donker geworden. Ook in huis was de duisternis overal ingetreden. Alleen in de keuken brandde een lamp. Daar stond ik dan: een mens met een bakje voor zich met daarin twee levende wezens. Ze waren aangespoeld in mijn keuken en ik begreep niets van ze. Eén vraag bleef maar terugkeren in mijn hoofd: wat moet je doen, als je niet weet wat je moet doen?
Meer lezen over wandelende takken?
Wist je dat er sinds kort wandelende takken in het wild in Nederland leven?