Rootsredacteur Gemma monstert aan op de Ortelius om naar Antarctica te varen. Op weg daarheen moeten wel de woeste golven van de Drake Passage worden bedwongen…
Dag 1
Het is feest in el fin del mundo. In de hoofdstraat hangen vlaggetjes, her en der dansen mensen tango, kinderen spelen tikkertje. Daartussen laveren reizigers in felgekleurde outdoorkleding: Ushuaia, het ‘einde van de wereld’, is een toeristische trekpleister. Het zuidelijkste puntje van die zuidelijkste stad ter wereld is de haven. En aan het einde van die pier ligt de Ortelius, het schip dat vandaag vertrekt naar het echte ‘fin del mundo’. Antarctica.
Over een paar dagen zal ik voet aan wal zetten op het continent waar ik als kind al over droomde – die magische witte vlek aan de onderkant van mijn wereldbol.
Kort voor het inschepen maak ik nog een laatste wandelingetje over de boulevard. Het uitzwaaicomité in de haven bestaat uit een paar reuzenstormvogels. Voor hen is de Zuidelijke Oceaan bekend terrein. Maar voor mij is het zuiden nog terra incognita.
Vandaag voel ik me een ontdekkingsreiziger. Natuurlijk, ik ben geen Amundsen, Shackleton of Scott, ik zal geen heroïsche ontberingen te hoeven lijden. Waar zij de oversteek waagden in gammele zeilschepen, bevind ik me straks aan boord van een oersterk, ijsversterkt schip, samen met 107 andere passagiers. Maar toch: we gaan op expeditie. Het onbekende tegemoet.
Om 16.00 varen we de haven uit. De scheepshoorn klinkt; de stormvogels vliegen een afscheidsrondje rond het schip. En dan bevinden we ons in het Beaglekanaal – de zeestraat waar Darwin al in 1833 doorheen voer. ‘s Avonds gaan we voor anker bij het Chileense Puerto Williams. Daar voegen de twee helikopters die ons op de reis zullen vergezellen zich bij ons. Met die helikopters hopen we een keizerspinguïnkolonie te kunnen opsporen. En wie weet kunnen we zelfs in de buurt een landing maken. Op gepaste afstand van de kolonie uiteraard, zodat de dieren geen hinder ondervinden van het helikopterlawaai, maar dichtbij genoeg om ze te voet te kunnen naderen. Maar of het ook echt gaat lukken, is nooit zeker, benadrukt de Argentijnse expeditieleider Sebastian Arrebola. ‘Het hangt van zoveel factoren af. De ijscondities, de precieze locatie van de pinguïns, het weer… We doen ons uiterste best, maar elke expeditie is weer anders.’
Dag 2
‘Eén hand voor het schip!’ is het adagium aan boord, en vlak voor het avondeten wordt duidelijk waarom. Op weg naar de eetzaal kan ik me ternauwernood vastgrijpen aan de trapleuning. Tot nu toe voelden we alleen een lichte deining, maar nu zijn de golven niet langer te negeren: we zijn zojuist aan de oversteek van de beruchte Drake Passage begonnen. Hoe heerlijk het eten ook is, niet iedereen haalt het tot de chocolademousse. Met een bleek gezicht schuifelt Cash uit Californië voorbij. Het is zijn verjaardag en de kok heeft speciaal voor hem een taart gebakken, maar die blijft voorlopig onaangeroerd.
Kort voor middernacht neem ik een kijkje op de brug: de plek waar de stuurmannen en de kapitein met de navigatie bezig zijn. Vanaf hier is het uitzicht op de golven fenomenaal. Af en toe spat het water zo hoog op dat het hele voordek wordt overspoeld.
Rond 02.00 zoek ik mijn hut op, maar ik kan de slaap niet vatten. Te veel golven, te veel adrenaline…
Mooi filmpje van de bootreis:
Freelance journalist Gemma Venhuizen reist voor Roots naar Antarctica, op zoek naar keizerspinguïns en bultruggen. Wil je ook op poolexpeditie naar ‘het einde van de wereld’, aan boord van een ijsversterkt schip? In samenwerking met Oceanwide Expeditions biedt Roots eind 2017/2018 twee spectaculaire reizen naar het Antarctisch Schiereiland aan. Hier lees je er alles over.
Meer Zuidpoolblogs lezen:
Blog 2, Omringd door albatrossen
Blog 3, De eerste keizerspinguïn