Na de keizerspinguïn laten ook de andere bewoners van Antarctica zich zien: de Ortelius gaat onder meer op bezoek bij adéliepinguïns, ezelspinguïns en sneeuwstormvogels.
Deel 4 van de reisblog van Gemma Venhuizen.
Dag 7
Vandaag staat een tweede helikoptervlucht op het programma: een landing op het James Clark Ross-eiland. Maar net nadat team Delta is geland, slaat het weer opeens om. De lucht betrekt en er is sprake van een white out: de lucht is nagenoeg niet meer van het land en de zee te onderscheiden. Alles maar dan ook alles is wit: en dus worden de helikoptervluchten tijdelijk opgeschort. Ik zit met mijn groepje nog vast op het schip, stiekem jaloers op mijn vrienden van team Delta – een paar uur bivakkeren in een noodtent op Antarctica, dat klinkt als een spannend avontuur… En inderdaad komen ze vol verhalen terug: over een gevriesdroogd zeehondenkarkas dat ze tegenkwamen, en de yoga-oefeningen die ze deden om warm te blijven (‘wie kan het beste een zeeolifant nadoen?’).
Gelukkig is er voor de avond nog een avontuur gepland: met de zodiacs gaan we aan land op Devils Island, waar zich een adéliepinguïnkolonie bevindt.
Ik ruik de pinguïns nog voor ik ze zie: de geur van pinguïnpoep doet nog het meest aan de geur van een dierentuin denken. Lekker en vies tegelijk. Maar om de pinguïns hier in het wild te zien en te horen, is fantastisch: ik ga zitten op een steen en kom er de komende paar uur niet meer van af. Voor mijn neus speelt zich een real life-soap af: adéliepinguïns. Ze flirten met elkaar (met hun snavels in de lucht doen ze een paringsdans), ze ruziën (‘Dit is mijn plekje voor het nest! Nee, van mij!’) en kletsen er met oorverdovend gekakel op los. We moeten minimaal op vijf meter afstand van de kolonie blijven, maar heel af en toe besluit een nieuwsgierige pinguïn zelf onze kant uit te komen: om kiezelsteentjes te rapen, bijvoorbeeld. De steentjes nemen ze mee in hun snavel om een nest mee te bouwen. Opeens hoor ik Cash verontwaardigd roepen: ‘Hee! Afblijven! Die is van mij!’ Hij had zijn Go Pro-camera neergezet om een filmpje te maken, en een nieuwsgierige pinguïn is erop afgelopen om te zien of het een geschikte kiezel is. Gelukkig voor Cash blijkt het ‘steentje’ toch een maat te groot voor de pinguïnsnavel.
Dag 8
Onder een strakblauwe hemel gaan we van boord bij Brown Bluff: vandaag zet ik mijn eerste voetstappen op het Antarctische vasteland! We gaan hier op bezoek bij een kolonie ezelspinguïns – ik wil Arjen vragen waar de naam vandaan komt, maar dan hoor ik het gebalk al… Ook bevindt zich op Brown Bluff een broedende sneeuwstormvogel – prachtig wit (in tegenstelling tot pinguïnpoep overigens: die is eerder groen of rood). Aan de hand van een speciaal slijmlaagje dat afkomstig is uit de maag van sneeuwstormvogels (en dat ze gebruiken om hun nest op orde te brengen) hebben biologen kunnen vaststellen dat de soort heel honkvast is. Het maagslijm verteert nauwelijks, en op sommige locaties (ook op Brown Bluff) zijn slijmlaagjes van enkele duizenden jaren oud gevonden. Generatie na generatie na generatie heeft hier dus al gebroed!
Omdat het weer zo mooi is, maken we ’s middags nog een fantastische zodiaccruise tussen de ijsbergen door, met als hoogtepunt een zonnende zeeolifantenpup!
Freelance journalist Gemma Venhuizen reist voor Roots naar Antarctica, op zoek naar keizerspinguïns en bultruggen. Wil je ook op poolexpeditie naar ‘het einde van de wereld’, aan boord van een ijsversterkt schip? In samenwerking met Oceanwide Expeditions biedt Roots eind 2017/2018 twee spectaculaire reizen naar het Antarctisch Schiereiland aan. Hier lees je er alles over.
Meer Zuidpoolblogs lezen:
Blog 2, Omringd door albatrossen