De merel is de meest algemene en een van de bekendste broedvogels van ons land.De zang van deze vogel is één van de meest geliefde natuurgeluiden.
Het is de talrijkste broedvogel van Nederland, maar de afgelopen jaren daalt het aantal merels in Nederland (en in Europa). Tijdens de meest recente tuintelling bleek een flinke afname van merels. De sterkste afname sinds het begin van de tellingen in 2007. Op veel plekken werd een vermindering van 15 procent geconstateerd. Vooral in het zuiden van Nederland.
Het voor merels dodelijke usutu-virus speelt hierbij zeker een rol. Dit virus wordt door muggen overgebracht en eist in heel Europa vooral slachtoffers onder merels. Overigens zijn ook huismussen en bepaalde uilensoorten gevoelig voor het virus.
De merel kan dus wel een beetje hulp gebruiken. Wat kun je doen?
• Het hele jaar bijvoeren. Dat zorgt voor extra weerstand. Vetbollen, vogelpindakaas, vogelzaad kunnen prima het jaar rond gegeven worden als aanvulling op hun dagelijkse menu.
• Plaats een halfopen nestkastje. De merels voelen zich daar veilig. De merels broeden tussen maart en augustus twee tot vier keer. Een nestkast waar geen katten bij kunnen komen, helpt de dieren enorm. Merels hebben namelijk de gewoonte om een beetje suffe plekken uit te kiezen voor hun nesten. Plekken waar katten makkelijk bij kunnen. Jaarlijks gaan er daardoor ook veel nesten verloren.
• Heb je een merelnest ontdekt, blijf dan uit de buurt. Als de broedende vogels schrikken van jouw aanwezigheid verlaten ze het nest en komen vaak niet meer terug.
Jonge merel, foto: Corinne Cornelissen-Megens
