Er is een nieuw middel in de strijd tegen stropers. Een test die de oorsprong van zogenaamde medicijnen kan bepalen.
Stropers vormen een groot gevaar voor het voortbestaan van olifanten, neushoorns, tijgers, beren en andere diersoorten. Doordat met name Aziatische consumenten hardnekkig blijven geloven in de heilzame werking van bepaalde organen van deze dieren, is stroperij lucratief. De hoorn van een neushoorn (in gemalen vorm) wordt in Vietnam bijvoorbeeld veel gebruikt als kankerbestrijding. Zonder dat daarvoor enige wetenschappelijke onderbouwing is.
Een kwart van de neushoorns
Het gevolg van de stroperij is dat er bijvoorbeeld van de 100.000 neushoorns die er wereldwijd nog waren in 1980 er nu hooguit nog een kwart over is. Alleen al in Zuid Afrika werden in 2018 al 769 neushoorns gedood voor hun hoorn. Natuurlijk doen allerlei natuurorganisaties (zoals het WNF) hun uiterste best om stroperij tegen te gaan. Hierdoor daalde het aantal gestroopte neushoorns wel iets ten opzichte van 2017. Maar het blijft soms dweilen met de kraan open. Gelukkig is er nu nog een middel om het stropen aan te pakken.
DNA test
Het Wageningse instituut voor voedselveiligheid en tegen voedselfraude, Wageningen Food Safety Research (WFSR) heeft een speciale test ontwikkeld. Het gaat om een nieuwe DNA-test waarmee kan worden aangetoond of er voor de productie van traditionele (meestal Aziatische) medicijnen bedreigde plant- of diersoorten zijn gebruikt. Zoals kankermedicijnen of “liefdespoeders” van neushoornhoorn , medicijnen tegen galstenen van de gal van beren of pleisters gemaakt van tijgerbotten.
Anti-stroperij
De nieuwe test kan deze ingrediënten in het ‘medicijn’ identificeren en maakt het zo gemakkelijker om verboden producten van de markt te halen en daarmee stropers het leven zuur te maken. Zo verkleint de afzetmarkt voor stroperijproducten en lopen onder andere neushoorns, tijgers, beren weer iets minder gevaar.