Altijd al eens oog in oog met een uitgestorven diersoort willen staan? De oeros verdween meer dan duizend jaar geleden uit Nederland, maar in Brabant kun je ze gewoon weer zien grazen. Klaar om weer hun plek in de natuur in te nemen.
Tekst: Paul Q. de Vries
Het is een onwerkelijk tafereel. Een kudde oerossen, rustig herkauwend, tot hun knieën in het water van een zijstroom van de Maas, in het Brabantse Keent. Met een beetje fantasie waan je je in de vroege middeleeuwen. Tot je hun gele oormerk ziet. Dat herinnert eraan dat we naar een dier kijken dat onder de naam tauros is teruggefokt om zo veel mogelijk op het oerrund te lijken … en zich anno 2020 aan de regels voor vee moet houden. Ondanks hun ruige voorkomen en golvende hoorns zijn ze dezelfde soort als de klassieke zwart-witte koeien die op de andere oever staan te grazen. “Soms zwemt er wel eens een taurosstier naar ze toe”, zegt Ronald Goderie, directeur van Stichting Taurus. “Vooral als ze tochtig zijn.” Het is op een bepaalde manier een beetje gek om te zeggen dat het oerrund is uitgestorven. Er zijn meer dan duizend runderrassen op de wereld en bijna een miljard individuele tamme runderen. De oeros is de wilde voorvader van al die rassen. Maar juist die oervorm bestond nergens meer. Tot Stichting Taurus hem met selectief fokken wist ‘terug’ te krijgen. “We noemen hem tauros om niet de suggestie te wekken dat het exact hetzelfde dier is als het oerrund”, legt Goderie uit. “Het is hier geen Jurassic Farm.”
Wil je meer lezen over de tauros? Je leest het volledige artikel in het Roots oktobernummer dat nog tot en met donderdag 22 oktober online te verkrijgen is met gratis verzending. Je shopt ‘m hier!