Geef de kleine, stadse stoepplantjes een naam

Daniël Mulder

22 juli 2021 .

Nederland telt circa 600 veelvoorkomende stoepplanten. Toch kijken maar weinig mensen echt naar de plantenwereld onder hun voeten. De Hortus botanicus Leiden werkt daarom al een tijdje aan het project Stoepplantjes.

“Ben je iets kwijt?”, vraagt een buurvrouw uit de straat wanneer ik langzaam langs de rand van de parkeerplaats loop en naar de grond tuur. “Nee hoor, ik probeer uit te zoeken hoe deze planten heten”, en ik wijs naar een strookje met klinkers waar gras en andere plantjes ruimschoots hun kans grijpen.

“Dat is toch gewoon onkruid”, zegt ze stellig. Ik moet denken aan de woorden van Mathilde Simons, ik sprak haar eerder die ochtend over het project Stoepplantjes dat zij coördineert voor de Hortus botanicus Leiden. “Onkruid is een mening”, zei ze. “Het is een oordeel over iets wat je niet kent. De plantjes die groeien tussen de straatstenen, tegen gevels van huizen en winkels en langs fietspaden, bijna iedereen gaat eraan voorbij zonder naar ze om te kijken. Jammer, want als je goed kijkt, zie je hoe mooi en verfijnd sommige stoepplanten zijn.”

Foto: iStock

Geef het onbekende groen in de stad een naam en je kijkt vanzelf anders en met meer aandacht naar je eigen leefomgeving, dat is het idee achter het Stoepplantjes-project. Het begon dit voorjaar met botanisch stoepkrijten, een idee dat kwam overgewaaid uit Frankrijk, waar botanist Boris Presseq ermee begon in de straten van Toulouse. Het idee is simpel, zegt Simons: “Je zet met stoepkrijt de naam bij de plant, zo zien voorbijgangers dat de plant meer is dan onkruid, want het onbekende heeft een naam gekregen. En als je weet hoe iets heet, waardeer je het ook meer. Kennis is liefde, zeggen we hier bij de hortus.”

Lekker stoepkrijten

Om de stoepplantjes te promoten heeft de Leidse hortus een poster gemaakt met 52 veelvoorkomende stadsplanten, voor iedere week één. Ook is de Minigids Stoepplantjes verschenen. Zo kun je zelf de meest bekende planten op naam brengen. En voor de echte stoepplantfans is deze zomer zelfs een heuse veldgids verschenen.

Foto: Simone Both

Met de minigids én twee stoepkrijtjes op zak wandel ik door mijn straat, een oude woonwijk in Zwolle. Het is beslist geen inkoppertje om het soms minuscule groen een naam te geven. Rond een lantaarnpaal groeit een soort platte graspol, met bruinige aren. Het blad is wat breder dan ‘gewoon’ gras. Zou het glad vingergras zijn? Die soort staat in ieder geval in de minigids.

Simons gaf nog een tip. Download de app ObsIdentify. “Met deze app kun je makkelijk een plant herkennen. Je maakt een foto en de app zegt welke plant het is. Of geeft een indicatie. Bij twijfel moet je even verder googelen.” Maar ook de app twijfelt. Het is 34 procent zeker klein liefdegras. Wanneer ik inzoom op de plant en de app nog een keer aan werk zet, komt er een nieuwe suggestie: nu is het 51 procent zeker glad vingergras. Thuis pak ik het boek Stadsflora van ecoloog Ton Denters erbij. Check. De graspol is glad vingergras. De naam krijt ik erbij met blauw stoepkrijt. Er is een keerzijde aan het krijten. Als ik een uur later weer langs de plek loop, heeft iemand het plantje weggehaald…

Stoepplantjes

Foto: Simone Both

Stad vol verrassingen

Ton Denters, ecoloog en schrijver van het net verschenen boek Stadsflora van de Lage Landen (zie kader ‘Zelf op pad’), kan smakelijk lachen om het voorval. En het botanisch stoepkrijten juicht hij toe, ook als dat betekent dat je de aandacht vestigt op een plant. “Dat is juist het idee. Door planten een naam te geven, gaan ze leven. Stadsnatuur is dynamisch en kan wel een stootje hebben. En als het niet een heel erg zeldzame plant is die wordt weggehaald, vind ik het niet zo’n probleem. Als mensen een plant op hun stoep als onkruid beschouwen, dan moeten ze het maar weghalen. En het werkt ook andersom. Als mensen weten dat op een bepaalde plek bijzondere planten groeien, dan zullen ze zo’n locatie ook eerder willen beschermen. Ik heb dat meegemaakt met een zeldzame muurvaren in Amsterdam.”

600 soorten

Denters is al 35 jaar bezig met stedelijke flora. “Toen ik begon met het onderwerp werd stadsnatuur als tweederangsnatuur gezien. Gelukkig is dat beeld veranderd. Stadsplanten hebben onder de noemer ‘urbane natuur’ zelfs een eigen plek gekregen in de Heukels’ Flora, de beroemdste plantengids van Nederland. De ecoloog die Amsterdam als zijn werkterrein heeft, vertelt dat zo’n twee derde van de Nederlandse flora in steden huist. “De stadsflora omvat circa 1.200 soorten. En daar kun je nog 150 soorten planten bij optellen die veelvuldig in de stad opkomen, maar nog niet permanent deel zijn van onze flora. Ongeveer 600 soorten stadsplanten komen veelvuldig voor in onze steden.”

Foto: André Biemans

Verkoelend groen

Planten in de stad zijn meer dan groen behang voor stoepen en gevels. “Ze zorgen onder meer voor meer biodiversiteit, want kleine insecten zoals mieren en bijen profiteren ervan”, licht Simons van de Leidse Hortus toe. “En vogels snoepen weer van de plantenzaden.” Ook spelen planten een bescheiden rol bij het watermanagement van een stad. Denters: “Stadsplanten zijn helemaal toegerust op het leven in de stad, je hoeft ze geen water te geven zoals planten uit een tuincentrum, dat scheelt enorm.”

Plantentwichers

De groeiende aandacht voor de stoepplanten is terecht, stelt Denters. “Ze vormen een belangrijk onderdeel van onze stad. Je ziet dat mensen, ook door corona, meer aandacht hebben voor natuur rond hun huis. Ze kijken meer naar vogels en ook naar planten. Net als bij vogelaars zijn er ook plantentwichers. Als er een bijzondere plant wordt gemeld, gaan ze erheen om te kijken en een foto te maken.” Stadsnatuur is volgens hem enerverender dan natuur in een ‘gewoon’ natuurgebied. “In de stad is er never a dull moment, er kan altijd iets verrassends opduiken.”

Zelf op pad

  • Er zijn recent twee gidsen verschenen om zelf op zoek te gaan naar planten in de stad. De Minigids Stoepplantjes (KNNV, € 6,95) is een geplastificeerde uitvouwkaart en biedt 52 van de meest algemene planten die je kunt vinden op de stoep.
  • Zoek je meer verdieping dan is de Stadsflora van de Lage Landen (Fontaine uitgevers, € 34,95) van ecoloog Ton Denters is een absolute aanrader. De gids brengt 800 typische stadsplanten van Nederlandse en Vlaamse steden in beeld. Er staat ook een uitgebreid overzicht in van 26 steden (met wandelroute) met hun mooiste en meest bijzondere planten. Lees hier de korte bespreking in Roots.
  • Voor digitaal ingestelde plantenzoekers is er de gratis app ObsIdentify, te vinden in de App Store en Google Play. Met deze fotoherkenningsapp kun je niet alleen wilde planten op naam brengen, maar ook dieren en paddenstoelen. De app is niet feilloos, maar brengt je vaak wel op het goede spoor.
  • Op de website van de Hortus botanicus Leiden vind je onder meer een Stoepplantposter, kleurplaten en nog veel meer.

Foto bovenaan: Simone Both

HART VOOR DE NATUUR

Tips voor verantwoord fotograferen

...