Tuinvogels fotograferen is een grotere uitdaging dan je misschien in eerste instantie zou denken. Zorg in ieder geval dat je camera bij de hand ligt, dan mis je geen mooie momenten. En waar ga je zitten, of liggen? Lees hoe Roots fotoblogger Bert Kok dit aanpakt.
‘De putters zitten er weer!’ Klinkt het luidkeels door het huis. Als door een wesp gestoken spring ik op van de bank en snel ik naar de keuken. Razendsnel gris ik de camera van het aanrecht en vervolg ik mijn weg naar de hal. Voorzichtigheid is nu geboden om onze gasten niet weg te jagen. De deur op een kier, daarna nóg een stukje verder totdat mijn lens door de opening naar buiten gestoken kan worden. De opluchting is groot, vier putters blijven rustig in de lavendel zitten en hebben mijn aanwezigheid niet opgemerkt.
Zeldzame tuinvogel, de putter
Vogels fotograferen in eigen tuin is de laatste weken weer een welkome bezigheid geworden. Wij hebben het geluk veel vogels in de tuin te hebben. Het afgelopen jaar heb ik vierentwintig verschillende tuinvogel-soorten geteld, waarvan een groot deel ‘vaste klant’ is. Eén van onze zeldzame tuingasten, zijn de putters. Kleurrijke vogels, die vaak bij het minste of geringste al geschrokken opvliegen. Een voorzichtige benadering is dan ook noodzakelijk om foto’s te kunnen maken, voor je het weet zijn ze weer gevlogen!
Verstoppertje
Bij het fotograferen van vogels in de tuin, kun je het beste verstoppertje spelen. Dus vanuit een schuilplaats werken. Vanuit de woonkamer, verscholen achter de planten op de vensterbank. Of juist met de gordijnen dicht, waar alleen de lens doorheen steekt. Je wilt namelijk zo min mogelijk van jezelf laten zien, om de vogels niet af te schrikken. In mijn geval was het niet mogelijk om mij achter planten of gordijnen te verstoppen. De enige optie die ik had, was om de camera al voor mijn gezicht te houden en op deze manier de deur open te maken en rustig de lens door de opening te steken. Op deze manier zien de vogels geen menselijke vormen en is de kans op verstoring veel kleiner.
Techniek
Zoals zo vaak bij het fotograferen van dieren, is het mooi om op ooghoogte van het onderwerp te komen. In dit geval betekende het dat ik, in de hal, op de grond moest gaan liggen. Nu stuitte ik op een klein probleem: de vogel zat te dichtbij. De minimale focusafstand van mijn lens is 260cm. Alles dat dichterbij zit, kan niet scherpgesteld worden. Gelukkig kon ik nog een klein stukje naar achteren bewegen, net genoeg om buiten de minimale focusafstand te komen. Zo kon ik mooi op het oog van de putter scherpstellen.
Ondanks de beperkte bewegingsvrijheid, ben ik erin geslaagd de zonnige straat als achtergrond in beeld te krijgen, terwijl het onderwerp in de schaduw zit. Dit zorgt voor een frisse sfeer in de foto. De ISO stond vooraf al ingesteld op 1600. Het diafragma zo klein mogelijk op f/6.3 om een rustige achtergrond te creëren. De sluitertijd werd door de camera zelf berekend en kwam op 1/640 seconden uit. Ruim voldoende bij een brandpuntafstand van 600 millimeter (icm de stabilisatie controle van de lens).
Tips
– Leg de camera op een plek neer waar je deze zo kunt pakken.
– Zorg voor volle batterijen en een geformatteerde geheugenkaart.
– Zet de instellingen van de camera op voorhand goed, zo ben je ready to go!
– Hou rekening met de specificaties en beperkingen van de lens, zoals de minimale focusafstand.
– Maak gebruik van de elementen om je heen om je te verschuilen, voor wat je ook wilt fotograferen.
– Foto’s van dieren die geschrokken zijn, of zelfs van je wegvliegen/rennen zijn lang niet zo mooi als foto’s van dieren die ontspannen zijn. En jij wil toch niet degene zijn die stress bij dieren veroorzaakt?
Wist je dat er negen soorten mezen voorkomen in Nederland en België?
