Tekst & foto’s Edwin Giesbers
Met 1.500 kilometer aan wandelpaden en een ruim aanbod aan beschermde natuurgebieden biedt het Canarische vulkaaneiland Tenerife een schier eindeloze natuurvariatie; van het zeldzame, spectaculair bloeiende slangenkruid tot een subtropisch laurierwoud en vuurvaste dennen. Roots ging op verkenning.
Tenerife is het grootste van de zeven ‘eilanden van de eeuwige lente’, zoals de Canarische archipel door de Griekse dichter Homerus werd genoemd. Het is een eiland met veel gezichten; door de grote hoogteverschillen en de daarmee samenhangende klimaatverschillen herbergt het een enorme variatie aan landschappen. In het noordwesten wandel je bijvoorbeeld door tropisch groen en geurig laurierwoud, terwijl het zuiden heet, ruig en dor is. Voor wandelaars en natuurliefhebbers biedt het eiland tal van mogelijkheden om het te verkennen; circa 1.500 kilometer aan wandelpaden voeren door 43 beschermde natuurgebieden, samen goed voor bijna de helft van de totale oppervlakte van het eiland. Plantenliefhebbers kunnen op Tenerife hun hart ophalen, want veel planten komen alleen op dit eiland voor.
Beroemde berg
Toen in 1799 de beroemde wetenschapper en ontdekkingsreiziger Alexander von Humboldt de Pico del Teide beklom zal hij er nog geen idee van hebben gehad dat ruim 220 jaar later het op 2.000 meter gelegen Nationaal park del Teide zo’n populaire toeristenbestemming zou worden. De op twee na grootste vulkaan ter wereld is een populair locatie voor diverse bioscoopfilms en miljoenen toeristen ervaren ieder jaar waarom: dit unieke, rood, geel, bruin en zwart gekleurde vulkaanlandschap rondom de berg, waar kraters, lavavelden en zandvlakten het beeld bepalen, geeft iedere bezoeker het onwerkelijke gevoel alsof hij in het desolate landschap van Mars is beland. Met 3.718 meter is Pico de lTeide ook de hoogste berg van Spanje. Je kunt je bij een bezoek in het voorjaar en zomer niet voorstellen dat in de winter de top besneeuwd is. In oude legendes wordt Tenerife beschreven als een spookeiland met de naam Nivaria: de besneeuwde. Tegenwoordig kunnen fanatieke wandelaars naar de top van de Teide wandelen, maar daarvoor is wel een vergunning nodig. Via een kabelbaan kun je ook echter op een minder inspannende wijze naar de top – behalve op dagen met veel wind, want dan zijn de gondels buiten bedrijf.
Plantengeografie
Bij zijn klimpartij vond Humboldt lang geleden bevestiging voor zijn plantengeografie – waarvan hij de grondlegger is – en bracht hij voor het eerst de vegetatiezones in beeld. Het moet een klim vol ontberingen zijn geweest; niet alleen vanwege de hoogte en weersomstandigheden, maar ook omdat Humboldt nogal wat meetinstrumenten met zich meezeulde, zoals een barometer, cyanometer, sextant en thermometer. Tegenwoordig hebben wandelaars die het park bezoeken het een stuk makkelijker. Via een prima begaanbare weg rij je zo met huurauto of bus bergopwaarts waarbij het vulkanische landschap zich links en rechts van de route in alle glorie presenteert. Op de mooiste uitzichtpunten zijn parkeerplaatsen aangelegd, en bij een aantal daarvan kun je ook via wandelpaden het prachtige en bizarre landschap verkennen. Wel een hoofddeksel op en voldoende drinken mee, want de zon brandt hier ongenadig fel en het gebied bied weinig beschutting tegen de koperen ploert. Op veel plekken in het park bepaalt de Canarische den het beeld. De boom is bijzonder omdat hij vuurvast is: tijdens zijn groei ontstaan meerdere lagen schors die de boom tijdens bosbranden – die nogal eens voorkomen – goed beschermt.
Edwin Giesbers weet nog veel meer te vertellen en doet dat in het Roots juni-nummer. Zo vertelt hij over het andere gezicht van Tenerife, de rust dankzij de restricties en over een bijzondere plant – die alleen in het Nationaal Park del Teide tussen 1.300 en 2.000 meter hoogte te vinden is: de tower of jewels.
Meer natuur?
De nieuwe Roots bestel je eenvoudig hier online. Gebruik de kortingscode ‘GRATIS’ en je betaalt geen verzendkosten.”