In de rubriek In de ban van… komen mensen aan het woord die een bijzondere fascinatie hebben voor één speciaal aspect van de natuur. Deze maand gaan we op pad met meeuwenkenner Merijn Loeve (32). Het volledige artikel lees je in de extra dikke zomer Roots – hier vast een voorproefje.
Sinds hij voor het eerst de levensloop van een geringd exemplaar achterhaalde is Merijn fervent larofiel: meeuwenliefhebber. Menigeen ziet de vogels als die ellendelingen die de jongen van andere vogels grijpen en je de hele nacht wakker houden met hun geschreeuw. Zo niet Loeve. Hij beklimt graag de barricaden – of een vuilnisbelt – voor een heel wat genuanceerder beeld van de meeuw.
Merijn Loeve staat abrupt stil. “Potverdikkie! Die grote mantel is ook gewoon geringd.” Hij grijpt zijn camera, richt, pats, raak! “Ik dácht het al. Dat is Zwart JH 688. Hij is als kuiken geringd in het Noorse Vest-Agder en sindsdien alleen nog maar hier in Scheveningen gezien. Hij zit of bij de haven of verderop bij de visafslag. Hij is 9 jaar oud intussen. Zie je trouwens dat die zilvermeeuw ernaast echt een slag kleiner is?”
Determineren als sport
In één oogopslag zien met welke soort je te maken hebt is nog een hele kunst, legt Loeve uit. “Bij de grote meeuwen begin je meestal met de vraag: waarom is het geen zilvermeeuw? Zeker aan de kust. Als je goed kijkt, blijken er verschillen te zijn. Maar het blijft moeilijk hoor, vooral van onderaf. Vaak moet je foto’s hebben en thuis goed kijken. En dan nog kun je het niet altijd zien. Zelfs als ze stilzitten is het lastig. De grote meeuwensoorten doen er vier jaar over voor ze hun volwassen kleed hebben. De kenmerken waaraan je ze kunt herkennen zijn steeds anders, waardoor je ze gemakkelijk door elkaar haalt; is het een grote mantelmeeuw in zijn tweede kalenderjaar, of toch een zilvermeeuw? De maat zegt niet altijd iets. Mannen en vrouwen verschillen in formaat, en ook de herkomst maakt uit. Voor mij maakt dat lastige het juist leuk; meeuwen determineren is een sport.”
Meeuwenstage
Het vogelen begon al in Loeves vroege jeugd: “Als klein mannetje ging ik met mijn vader mee de natuur in. Hij was hovenier en dat wilde ik ook worden; later zou dat veranderen in boswachter, nog weer later in ecoloog. Op een gegeven moment had hij een hernia en moest als therapie elke dag fietsen. Ik mocht altijd mee. ‘Daar een buizerd! Kijk daar, die zwanen.’ Hij merkte wel dat ik vooral de vogels mooi vond. Niet veel later zat ik bij een lokale vogelwerkgroep. Daar kon je ook waarnemingen doorgeven. Prachtig.”
Loeve studeerde bos- en natuurbeheer. Zijn echte meeuwengekte begon tijdens een stage bij Roland-Jan Buijs, een meeuwenexpert en ringer. Loeve deed onderzoek naar de oorzaken en oplossingen voor meeuwenproblematiek in industriegebieden. Hij werd naar vuilnisbelten gestuurd om te speuren naar geringde meeuwen. “Een kleurring vertelt de levensloop van zo’n meeuw. Toen ik dat doorhad, was ik om; als je zo’n ring op je foto afleest en nagaat wat zo’n meeuw allemaal doet, dan wordt het bijna een persoon. Of het nou bedelende ‘broodmeeuwen’ en ‘kebabmeeuwen’ zijn, of mantelmeeuwen die heen en weer naar Noord-Afrika vliegen, ze zijn altijd fascinerend.”
Deze grote mantelmeeuw werd in juni 2013 in het zuiden van Noorwegen geringd. Niet veel later vloog JH 688 naar Scheveningen. Hij blijkt een blijvertje: negen jaar later struint hij nog steeds bij de visafslag | Foto Merijn Loeve
CREDITS: TEKST MARJOLEIN VAN ROTTERDAM | FOTO’S iSTOCK (FOTO BOVENAAN) & MERIJN LOEVE
Meer meeuw – en nog heel veel meer – in Roots juli-augustus
Meer over (Loeves fascinatie voor) meeuwen lees je in het extra dikke juli-augustus nummer van Roots. Bijvoorbeeld het verschil tussen meeuwensoorten én tussen individuen onderling. Plus welke 7 grote – en 5 kleine meeuwen er in Nederland rondvliegen.
Naast meeuwen vind je nog veel meer in deze Roots; het is tenslotte een extra dik zomernummer.
- Minispecial: ode aan de zon!
- Zomerwandeling door historisch polderlandschap bij Haastrecht
- Hoe berkenwantsen zorgen voor hun kroost
- Waterbloemen: 5 soortenrijke hotspots
- Erik van Ommen over vliegvlugge koolmezen
- Het Root-bos als klaslokaal
- Ode aan de wilg: oerboom van de Lage Landen
- Natuurommetje op de Groote Heide
- Comedy wildlife: een selectie van de grappigste natuurfoto’s
- De wondere wereld van zweefvliegen
- Knobbelzwanen: groots & gracieus
Pak deze extra dikke Roots mee uit de winkel of bestel ‘m hier eenvoudig online; tot en met 17 augustus betaal je geen verzendkosten.
Meer lezen & zien
- Hier zie je hoe een gezenderde mantelmeeuw op één dag 332 km vliegt op zoek naar voedsel voor haar hongerige jongen.
- Hoe komt de Jan-van-Gent aan zijn naam? Je leest het hier
- Dit zijn de 10 vogels met de grootste spanwijdte
