Eindelijk is het dan zover. Al decennia lang probeert de Japanse overheid de wereld wijs te maken dat ze zo’n 900 walvissen per jaar moeten vangen om wetenschappelijk onderzoek te doen naar deze dieren.
Eigenlijk geloofde niemand deze verklaring, walvis is in Japan immers een lekkernij, maar verder kon daar niets aan worden gedaan.
Maar nu heeft het Internationaal Gerechtshof in Den Haag een uitspraak gedaan, dat Japan moet stoppen met deze grootschalige walvisvangst omdat het niet waarschijnlijk is dat dit louter om wetenschappelijke redenen gebeurt. Walvissen vangen voor de wetenschap is namelijk wel toegestaan, commerciële vangst echter niet.
De Australische regering heeft jarenlang geknokt voor deze uitstpraak van de internationale rechter, en is dan ook zeer verheugd met de uitspraak. Japan heeft inmiddels laten weten de uitspraak te respecteren. Een opvallende detail bij deze aanvaarding van het verbod is dat de laatste jaren de vraag naar walvissenvlees onder Japanse consumenten flink is afgenomen.
Al met al is de wereldwijde walvisvangst hiermee niet beëindigd. Japan en ook IJsland en Noorwegen mogen wel doorgaan met het op kleine schaal vangen van walvissen, maar dan ook echt voor wetenschappelijke doeleinden.
Foto: de dwergvinvis heeft minder te vrezen van Japanse vissers