Nonnetjes zijn een bijzondere winterverschijning, vooral als ze jagen op vis als spiering en baars. Op het IJsselmeer en Markermeer huizen de grootste aantallen, maar ook in wateren langs de rivieren kun je deze schuwe eenden treffen.
Het nonnetje is de kleinste van de drie soorten zaagbekken die in Nederland overwinteren. De grote zaagbek tref je, net zoals het nonnetje, aan in het binnenland in zoet water. De middelste zaagbek heeft juist een voorkeur voor zout water. Net als zijn grotere familieleden kan het nonnetje uitstekend duiken en lang onder water blijven. Een handige eigenschap, aangezien hij vis op het menu heeft staan. Om goede grip op de glibberige visjes te hebben, is het nonnetje uitgerust met een gekartelde snavel met een klein haakje.
Het nonnetje staat voor ijs
Ecoloog Mennobart van Eerden kent het nonnetje als geen ander. Al meer dan 40 jaar telt hij maandelijks vanuit een vliegtuig vogels bij het IJsselmeer en Markermeer voor zijn werkgever Rijkswaterstaat. Na zoveel jaren onderzoek naar het nonnetje kan het ook niet anders of Van Eerden heeft een bijzonder gevoel bij deze eendensoort: “Het is een prachtige vogel. Net als de ijseend heeft het nonnetje van die bonte patronen en van dichtbij bekeken die oneindig subtiele tekening, waarbij je je afvraagt hoe die veertjes zo geordend kunnen liggen om zulke fijne lijntjes te vormen.” Hij vervolgt: “Het nonnetje staat voor ijs, wakken en ondiepe, visrijke gebieden met voldoende ruimtelijke schaal: het is een ambassadeur van de flyway tussen de noordelijke taiga en de Europese rivierdelta’s.”
Lees ook:
De ijseend is schitterend en schaars – maar met wat geluk bewonder je ‘m hier
Sociaal vissen
Maar Van Eerden heeft de soort ook in mindere omstandigheden gezien: “In het lab heb ik honderden nonnetjes onderzocht die verdronken waren in staande netten van vissers, een onbedoelde bijvangst tijdens de visserij op baars en snoekbaars in de winter. Op die manier kreeg ik een beeld van hun voedsel en zagen we hoe de vogels in de loop van de winter aan de kost komen: spiering was steeds de hoofdprooi, maar ook kleine pos en jonge baars stonden op het menu. Opvallend was dat de vogels in grote groepen samen optrokken in het half troebele water van het Markermeer, ‘sociaal vissen’ noemen we dat – ook grote zaagbekken en aalscholvers doen het.” Een bijzonder effectieve manier van foerageren, met name in zulk troebel water.
Ben je benieuwd naar de Europese broedgebieden van het nonnetje? En wil je weten hoe het gaat met de overwinteraars in Nederland – en wanneer je de meeste kans hebt ze te zien (en waar)? Je leest het in Roots februari, nu in de winkel en webshop.
Meer wintergasten
- Wie nu op het strand loopt zal ze absoluut tegenkomen: van die grappige rennende grijze bolletjes. Dat zijn drieteenstrandlopers.
- Iedere winter worden er ruigpootbuizerds waargenomen: wintergasten uit het hoge noorden. Je herkent de biddende ruigpootbuizerd vrij gemakkelijk.
Tekst en foto’s: Edwin Giesbers