In de rubriek In de ban van… komen mensen aan het woord die een bijzondere fascinatie hebben voor één speciaal aspect van de natuur. Deze maand, in Roots mei, is dat vogelkenner Eduard (Ed) Opperman. Vogels spot je vooral met je oren; Ed helpt mensen beter te worden in het herkennen van vogelgeluiden. Maar vooral wil hij ze net zo enthousiast maken over de vogelzang als hij zelf is.
Al 45 jaar lang is Ed Opperman (57) gek van vogelzang. Hij begeleidt vogel reizen en geeft lezingen en cursussen bij de Haagse Vogelbescherming. In het dagelijks leven is hij inspecteur bij de Dierenbescherming. Zijn liefde voor vogelzang lag niet voor de hand. “We woonden in de buurt van het Rijswijkseplein in Den Haag, randje Schilderswijk. Vogels hoorde je er niet. Ze waren er natuurlijk wel, maar dat merkte je alleen als je heel vroeg naar buiten ging. Dat realiseerde ik me pas toen ik in de ban van de vogelzang was geraakt.
Op een zondag fietste ik in alle vroegte naar het landgoed Clingendael, en hoorde een zwarte roodstaart vanaf het dak van de Bijenkorf zingen. Dat ik daar fietste, was te danken aan mijn vader. Al vanaf dat ik klein was nam hij me namelijk mee de natuur in om te vissen. Mij boeiden vooral de vogels die je er hoorde. Vanaf mijn twaalfde ging ik er ook alleen op uit. Dan nam ik afgespoelde zoute pinda’s mee. In Clingendael aten de koolmezen die uit je hand!”
Lees ook:
Vijf leuke weetjes over de koolmees
Voorjaar – het hele koor door elkaar
Het is een graad of twee, maar Ed weet het zeker: “Het is voorjaar, luister maar naar die zanglijster. Standvogels zoals hij – de heggenmus, de winterkoning, het roodborstje en de merel – bakenen nu hun territorium af. Zij zitten nu ook weer zo fijn te zingen om de vrouwtjes te imponeren. Bij de trekvogels gaat het net zo, alleen beginnen die wat later in het seizoen. De mannen zingen dan letterlijk de vrouwen uit de lucht: ze komen eerder terug naar Nederland en regelen alvast een territorium. Nachtegalen – dé zangvogels van de maand mei – doen dat bijvoorbeeld.”
Lees/bekijk ook:
De voorjaarszang is een fenomeen dat nooit verveelt, vindt Eduard. “Ik weet nog dat ik de magie voor het eerst heel sterk voelde. Het was tijdens een zogenoemde nachtegalenwandeling voor de jeugdleden van de Haagse Vogelbescherming. Het begon om vier uur ’s morgens en het ging niet alleen om de nachtegalen – die zingen overdag ook – maar om het concert waar steeds een stem bij kwam. Dat was zoiets ongelooflijks. Uiteindelijk hoorde je alle vogels. Het hele koor tegelijk en door elkaar. Ook op gewone dagen is het bijzonder, hoor. Elke ochtend als ik met de hond loop, zijn er vogels. In deze tijd van het jaar zingt de boomkruiper, en vanmorgen hoorde ik ook een groenling en een merel. Wat is er fijner dan een merel in de morgen? Zo hoopvol als die weer gaat zingen.”
Luister ook:
Zo klinkt de nachtegaal (Roots podcast Notenkrakers)
Benieuwd naar Ed’s kijk op het vogelgezang in de overige drie seizoenen? Én waarom hij Nederland een geweldig vogelland vindt? Je leest het in Roots mei, eenvoudig te bestellen via de webshop.
Tekst: Marjolein van Rotterdam Foto bovenaan: Getty Images