Hoe het landschap verdwijnt uit het hart

Daniël Mulder

14 oktober 2016 .

Nederlanders beoordelen het landschap waarin ze wonen met een steeds lager cijfer. In 2015 is de waardering zelfs gedaald tot een rapportcijfer onder de zes, stelt Martin Goossen van onderzoeksinstituut Alterra. Meer dan een derde van de mensen die de website daarmoetikzijn.nl bezoekt, geeft aan dat het landschap waarin ze leven ‘onvoldoende’ is. In 2009 scoorde het Nederlandse landschap nog een dikke zeven.

De Nederlander is dus ontevreden over zijn lokale landschap. Jammer genoeg is niet bekend waarom het rapportcijfer zo is gedaald. Misschien zijn de mensen het beu om altijd maar in een bouwplaats te wonen, want overal wordt eindeloos geklust in het Nederlandse landschap. Steeds weer wordt er een nevengeul aangelegd, een bos gekapt, een weg aangelegd of verdwijnt er oud boerenland voor een moeras, een woonwijk of een bedrijventerrein.

Het voordeel van al dat geklus in de natuur: klaprozen. Deze soort is dol op gewoel in de bodem.

Mooiste voorbeeld is het onbewoonde Griend. Dat dreigt opgeslokt te worden door de zee. Op hun website zegt Natuurmonumenten : ‘Als we niets doen verdwijnt het eiland langzaam in zee. En dat is jammer voor de duizenden broed- en trekvogels die er jaarlijks hun jongen groot brengen en opvetten op hun reis van Siberië naar Afrika.’ Jammer, jammer. Het is ondenkbaar dat ze zoiets laten gebeuren. Het idee alleen al de natuur haar gang laat gaan in de Waddenzee is onverteerbaar. Weet dit: natuurbeheerders zijn aannemers met een groene jas.

Langs de IJssel, onder meer bij mijn woonplaats Zwolle, worden nevengeulen gegraven. De uiterwaarden zijn een kale bende. Mooi is het niet, in cijfers uitgedrukt is het zwaar onvoldoende. Volgend jaar zomer zal het vast weer iets natuurlijker en groen ogen, maar het zal niet eenvoudig worden om opnieuw van dit landschap te houden. Vooral niet omdat de bulldozers veel herinneringen en tekens zoals boerderijen en bomen uit dat landschap hebben verwijderd.

Dit weekeinde wordt de Jan Wolkers Prijs uitgereikt voor het beste Nederlandse natuurboek. Twee boeken op de shortlist gaan over landschappen. Dit is mijn hof van Chris De Stoop is een prachtig maar beklemmend boek over de vernietiging van het boerenland. Hij beschrijft hoe boeren in de Hedwigepolder moeten wijken vanwege natuurcompensatie. Het geheugen van een landschap wordt zo gewist, een moeras met watervogels is het resultaat.

 

Het andere boek is van ontdekkingsreiziger Arita Baaijens.  In Zoektocht naar het paradijs beschrijft Arita Baaijens hoe landschap en geest elkaar beïnvloeden elkaar. Ze ging op zoek naar Shambhala, een mythisch paradijs in het zuidwesten van Siberië. Natuurlijk vond ze geen paradijselijk park met een toegangshek en een informatiebord. Maar ze vond er wel inzichten. In een interview vertelde ze dat ze tijdens haar reis vooral heeft geleerd zich open te stellen voor een landschap en het landschap van je voorouders te eren: ‘De omgeving waarnemen via de zintuigen, ervaring, is een vorm van weten.’

 

Een lelijke leefomgeving, een landschap zonder geschiedenis, creëert mensen die geen oog meer hebben voor de plek waar ze wonen, ze hebben er geen band meer mee. Het landschap maakt ze onverschillig. Dat is niet alleen funest voor het rapportcijfer van het Nederlandse landschap, ook voor de dieren en planten die er leven is het somber nieuws. Want als het landschap je niet meer interesseert, dan heb je ook geen hart meer voor de bewoners van dat landschap.

HART VOOR DE NATUUR

Tips voor verantwoord fotograferen

...