De Dolomieten, een ruige bergketen in Noord-Italië, biedt de wandelaar talloze mogelijkheden om de mooiste wandelingen te maken. Roots-journalist Chantal van Wees verkent in de nazomer het spectaculaire berglandschap, op weg naar de berghut Roda di Vaèl.
De wolken hangen laag over Trentino. Vanuit de raampjes van de kabelbaan van Vigo di Fassa naar Conca del Ciampedie, op 1.998 meter hoogte, is niets dan wit te zien. De Italiaanse berggids Cesare vraagt of we de eenvoudige wandeling willen of een klim, waarbij we hopelijk boven de wolken uitkomen en uitzicht hebben. We kiezen voor de klim.
De avond ervoor is in de Dolomieten de eerste sneeuw gevallen. Nu dooit het en dat maakt de grond spekglad. Om niet weg te glijden, stampen we met kracht onze bergschoenen tussen de losse keien op de bevroren kleigrond. Zwijgend gaat het eerste deel omhoog, tussen dennenbomen door. Blootliggende boomwortels bieden houvast wanneer we het laatste steile stuk met handen en voeten trotseren.
Wolken doen gletsjer na
We komen uit op een met gras bedekte semi-top. We zijn boven de wolken uitgeklommen en de zon doet zijn best om de resten nevel weg te branden. Tussen de dennen door ontwaren we elke minuut meer van de omringende bergtoppen. De markante spitsen van bergketen Pale di San Martino kartelen aan de horizon en lijken bijna oudroze van kleur. Het gras is in dit jaargetijde oker, de dennen diepgroen, de lucht babyblauw. Marmolada, met 3.343 meter de hoogste piek van de Dolomieten, heeft al een laagje sneeuw.
Met dit uitzicht wandelen we verder over een vlak stuk berg, langs het dal, dat door de wolken als door een witte deken wordt bedekt. “Zo moet het er 6.000 jaar geleden hebben uitgezien, toen de gletsjer, een kilometer dik, het dal bedekte”, zegt gids Cesare terwijl hij naar beneden tuurt. Wolken die een gletsjer nadoen. Net echt.
25 bruine beren
Terwijl de bomen in de vallei knallen van de herfstkleuren, maakt het bos op de bergen zich klaar voor de winter. En is de flora op deze hoogte niet eens in de lente uitbundig aanwezig. Als je geluk hebt, zie je een uitgebluste edelweiss of word je verrast door het pauwblauw van de zijdeplant-gentiaan. Er leven vossen, herten, gemzen, steenbokken en 25 bruine beren, maar we zien er geen. Cesare is laatstgenoemde nog niet tegengekomen, maar hun voetsporen ziet hij in de winter in de sneeuw.
Hij wijst op de kleurverschillen van de bergformaties: roestbruin, wit, grijs. “Vulkanisch gesteente, kalksteen, dolomiet. We hebben hier een ongekende diversiteit aan gesteente. Een onderzoekster liet mij eens een geologische kaart zien van Trentino, die in kleuren de diverse gesteenten weergaf. Normaal zie je op zo’n kaart maximaal drie kleuren. Op deze kaart waren het er 28. Vandaar dat de allereerste internationale geologische conferentie in 1876 niet plaatsvond in Parijs of in Wenen maar gewoon hier, in Predazzo.” Hij wijst naar een dorpje onder de wolk.
Het pad wordt smaller. Tegenliggers wachten netjes tot we gepasseerd zijn. Als gemzen klimmen we langs de bergwand. Onderweg zien we bordjes die aangeven wat de gemiddelde tijd is om van punt tot punt te komen, zodat je goed kunt inschatten hoe lang je erover gaat doen. “In de middag is beter om voor een uur of 3 op plek van bestemming te zijn,” waarschuwt Cesare. “In de middag komen hier stormen voor, afkomstig vanaf het Gardameer. Het is niet erg om nat te worden maar deze stormen zorgen voor aardverschuivingen en stromend water waardoor de paden onbegaanbaar worden.”
De sneeuw bepaalt
Wij hebben gelukkig eerder dan dat onze bestemming bereikt: de berghut doemt achter een bergwand voor ons op. Gelegen op 2.300 meter is Rifugio Roda di Vael het enige door mensen vervaardigde bouwwerk te midden van ruigte. De lunch na de tocht smaakt uitstekend. Roberta Silva (50), voormalig snowboardlerares en moeder van twee kinderen, die de berghut sinds 2005 runt, schuift aan. Naast het managen van de hut is zij voorzitter van de vereniging van de 145 berghutten in de regio. Roberta begon samen met haar man aan dit avontuur maar hij overleed 11 jaar geleden, na een ongeluk. Sindsdien doet ze het alleen, met een trouw team van jongens en meiden.
Het seizoen is voorbij. Binnenkort gaat zij dicht omdat het hier in de winter onbegaanbaar is. Soms sluit ze eerder; de sneeuw bepaalt wanneer het seizoen eindigt. “Zo tegen augustus ben ik op”, vertelt ze. “Dan heb ik vanaf de opening in mei 7 dagen per week van 6 uur ‘s ochtends tot 12 uur ‘s nachts gewerkt. Maar dan begint de herfst, een prachtige tijd. Het licht van de kleurrijke zonsopgang reflecteert op de bergwanden en laadt me op. Dan voel ik geen vermoeidheid meer! Alleen wat verdriet omdat we bijna dicht gaan.”
In de winter leeft ze met haar kinderen in het dal. Ze omschrijft de berghut als een soort Trentino: een autonome regio. De gasten, ze heeft plaats voor 49 logees, zijn haar inwoners. Ze doet alles zelf. “Vandaar mijn zwarte handen, er was iets mis met de generator. Even een loodgieter omhoog laten komen is hier geen optie.”
Het vervolg van deze reportage lees je in Roots juli-augustus. Pak ‘m mee uit het winkelschap of bestel ‘m eenvoudig online, via de webshop.
Tekst en foto’s: Chantal van Wees
Meer reizen
- De geheimen van wandelparadijs Kroatië: de azuurblauwe kustlijn is zomers een populaire vakantiebestemming, maar het achterland van Kroatië baadt in diepe rust. De natuur gaat er zijn gang in zeldzaam mooie natuurparken die onderdak bieden aan bijzondere dieren, waterpartijen en vegetatie. Wandelroutes wijzen je de weg in de wildernis.
- Wandelen en kamperen in het Zwarte Woud (Duitsland).
- Wandelen in de Viroin-Hermeton: steengoed stappen.