Het leefgebied van de bedreigde Siberische tijger (of amoertijger) is op het nippertje gered. Begin januari trad een nieuwe wet van de Russische overheid in werking die de houtkap in het Russische Verre Oosten niet langer zou verbieden. Door de nieuwe wetgeving zou de beschermde status van maar liefst 80% van de Koreaanse pijnboombossen in oost Rusland verdwijnen. WNF en Greenpeace tekenden onmiddellijk beroep aan tegen het besluit. Het bosgebied is namelijk van groot belang voor het voorbestaan van de Siberische tijger. Het beroep heeft succes want het ministerie heeft de wijziging geschrapt waardoor het verbod op houtkap in stand blijft.
De wouden in het Russische Verre Oosten zijn een thuis voor maar liefst een kwart van de bedreigde diersoorten in Rusland zoals de Siberische tijger en de visuil. “Het belang van de Koreaanse pijnboom voor het diverse ecosysteem is enorm”, zegt Petr Osipov van WWF Rusland. “Veel dieren zijn afhankelijk van de pitten om de strenge Russische winter door te komen. Wilde zwijnen eten de calorierijke dennenappels, terwijl herten de noten opeten. En dit zijn dan weer de belangrijkste prooidieren van de amoertijgers. Alles hangt met elkaar samen.”
Er leven nu hooguit nog 500 Siberische tijgers in het wild. 2022 Zal het jaar van de tijger worden. Het WNF streeft ernaar dat het aantal Siberische tijgers dan verdubbeld moet zijn. Het kapverbod is essentieel om die doelstelling te halen.