Met zo’n 500.000 tot 600.000 broedparen is de koolmees één van de meest voorkomende broedvogels van Nederland. Deze vogel begeeft zich graag in de buurt van mensen en maakt dan ook dankbaar gebruik van alle nestkasten die her en der in tuinen zijn opgehangen. In februari/maart worden de kasten al geïnspecteerd, en eind april kan het broeden beginnen.
Andere broedplekken zijn holen in bomen, gaten in muren, lantaarnpalen en soms zelfs brievenbussen. Een nestje van een koolmees bevat 7 tot 15 eieren. Als nestmateriaal worden mos, veren en haren gebruikt. Het vrouwtje broedt 12 tot 13 dagen op de eieren. Als de jongen uit de eieren zijn gekropen worden zij door beide ouders gevoerd. Het is dan een drukte van komen en gaan rondom het nest.
Na 15 tot 22 dagen vliegen de jonge koolmezen uit. Soms broeden koolmezen tweemaal per jaar.
Wist je dat er in Nederland en België negen soorten mezen leven?
Foto: Lieuwkje Vlasma
