Invasieve exoten vormen een hot topic in de natuurbescherming. Het zijn soorten die hier oorspronkelijk niet voorkomen (daarom exoot), én die mogelijk schade kunnen toebrengen aan onze inheemse natuur (invasief). Er zijn al bibliotheken vol geschreven over hoe we deze soorten het best kunnen aanpakken en sinds kort is er ook een Europese verordening ingesteld die erop moet toezien dat potentieel gevaarlijke soorten niet meer in gevangenschap gehouden mogen worden én dat er snel moet ingegrepen worden indien ze toch ergens zouden opduiken. Geen slechte zaak, er snel bij zijn is erg belangrijk om grotere problemen te voorkomen.
De problematiek rond invasieve exoten interesseert mij al langer, geregeld ga ik op zoek naar deze dieren. Minstens een keer per jaar staat een bezoek aan de monniks-, halsband- en Alexanderparkieten in de Brusselse stadsparken op het programma en als ik dan toch daar ben, kan ik het niet laten om even langs de Aziatische grondeekhoorns in het Zoniënwoud te passeren.
Ik weet wel dat ze hier niet thuishoren, en als natuurbeschermer heb ik ook liever niet dat ze onze inheemse natuur bevolken, maar toch vind ik het altijd wel spectaculair om halsbandparkieten tussen de gebouwen te zien rondvliegen.
De afgelopen week kon ik beschouwen als een echte “exotenweek”. Ik moest (mocht) in het Engelse Norfolk een cursus “Natuurfilms maken” volgen en stiekem had ik gehoopt een muntjakhert te zien. Muntjakherten zijn kleine Aziatische hertjes die door ontsnappingen ondertussen al massaal voorkomen in Engeland. Toch zijn ze door hun schuwe gedrag niet zo simpel om te zien.
Op de 4 uur durende autorit van Dover naar Norfolk zag ik langs de weg af en toe een dood aangereden muntjakhert liggen (en tientallen dode dassen…). Toen ik bijna in Norfolkwas, het was al in de vroege avond, zaten er plots twee heel kleine hertjes te grazen aan een bosrand langs de autosweg. Ik parkeerde de auto op de dichtstbijzijnde parking en wandelde het bos in. De hertjes die ik vanuit de auto had gezien waren al weg, maar na een uurtje zoeken kon ik toch een glimp opvangen van mijn eerst ‘wilde’ muntjakhert.
Wat ik wel véél beter en véél overvloediger tegenkwam, waren de Amerikaanse grijze eekhoorns net zoals muntjakherten ook exoten. Ik had ze al eerder gezien in de stadsparken in Londen, maar ook hier, in de ‘English countryside’ zie je ze al erg veel. Het probleem is dat grijze eekhoorns om voedsel concurreren met de rode eekhoorn, onze inheemse eekhoornsoort. Bovendien kunnen Amerikaanse grijze eekhoorns drager zijn van het pokkenvirus (ongevaarlijk voor de mens). Ze ondervinden hier weinig of geen last van, terwijl rode eekhoorns hieraan kunnen sterven! Met als resultaat dat de rode eekhoorn erg zeldzaam is geworden, terwijl de grijze eekhoorn ondertussen overal voorkomt. Het probleem is zo groot, dat er zelfs speciale fokprojecten bestaan om de rode eekhoorn toch in stand te houden!
En als we het dan toch over exoten hebben, mag ik zeker de honderden halftamme fazanten die ik zag niet vergeten te vermelden, én de steenpatrijzen. Beide zijn soorten die door jagers worden uitgezet om hun schietkunsten op bot te vieren.
Op de terugweg, na de erg interessante filmcursus, stopte ik nog even aan hetzelfde muntjakbosje. Toen had ik meer geluk en lukte het om een muntjakhert even op beeld vast te leggen. Handig, want ik ben van plan om ooit nog eens een film te maken over de Europese exoten.
Maar de week was nog niet gedaan. Terug in België trok ik naar de Ardennen om nog wat beelden te maken voor mijn langere film over het gedrag van bevers in de winter. Tijdens het filmen van twee bevers die zich tegoed deden aan een berkentak, zag ik plots op de achtergrond twee oogjes oplichten. In het riviertje was een wasbeer druk bezig stenen om te keren om naar waterbeestjes te zoeken! Iets wat ik al erg lang op beeld wilde vastleggen. Maar hoewel wasberen toch al goed aanwezig zijn in het zuiden van ons land, heb ik er zelf nog maar twee keer heel snel eentje kunnen spotten. Maar deze wasbeer had ons niet gezien. Een kwartier lang konden we genieten van het foerageergedrag.
Wasberen zijn afkomstig uit Noord-Amerika, maar door vrijlatingen en bombardementen op bontkwekerijen tijdens de Tweede Wereldoorlog zit Duitsland al volledig vol met wasberen. Die dieren kennen natuurlijk geen grenzen, waardoor ze ondertussen veel voorkomen in Nederland en België. De film kun je vinden op mijn Facebookpagina. Welke en hoeveel problemen wasberen kunnen toebrengen aan onze inheemse natuur is nog onbekend. Maar hoe schattig ze ook zijn, het blijft toch altijd oppassen met dit soort dieren. Eenmaal we een bepaalde grens zijn overschreden, zoals bij de Amerikaanse grijze eekhoorn in Engeland, komen we op een punt waarop er zoveel zijn, dat we de tijd nog moeilijk kunnen terugkeren.
Maar als er in de Ardennen dan tóch wasberen rondlopen, dan ben ik wél blij als ze af en toe eens voor mijn lens passeren!
Tot volgende maand!