De wespen zijn sterk in opkomst dit voorjaar. Goed voor de wesp, minder goed voor ons. Overal in Nederland zijn meldingen van overlast, ruim zes keer zoveel als vorig jaar. En veel vroeger dan normaal. Wespenkoninginnen ontwaken normaal gesproken rond het einde van april uit hun winterslaap. Darren overwinteren meestal niet en gaan dood nadat de koninginnen bevrucht zijn en het weer wat kouder wordt.
Dit jaar kwamen de eerste waarnemingen al binnen in januari, met een piek in de laatste week van maart. Dit is te wijten aan de warme maand maart die we dit jaar hebben gehad. Hier tegenover staat een koude maand april, waardoor de ontwikkeling van wespen weer is vertraagd.
Waarom dan zo enorm veel wespen? Vorig jaar zijn er op verschillende plaatsen in het land late wespennesten waargenomen. In november waren de insecten nog druk in de weer met het voeden van hun larven. Het idee is dat het dit voorjaar niet om één generatie wespen gaat, maar twee. Zo is er in Drenthe een wespennest gevonden dat tussen de maanden november en april stand heeft weten te houden; de wespen hebben klaarblijkelijk genoeg voedsel weten te vinden om zich door die koude wintermaanden heen te slepen. Grote kans dat ze hebben geprofiteerd van andere insecten die binnenshuis overwinteren. Bestrijdingsdiensten melden dit jaar dan ook extreem hoge aantallen clustervliegen die binnen de muren overwinteren.
Het resultaat is dat er nu dus twee generaties wespen zijn. Naar verwachting zal dit aardig wat overlast met zich mee kunnen brengen in de komende maanden. Mits het weer voor ze meezit. Hevige buien kunnen de wespenstanden erg doen dalen.
Foto: Yavanna Aartsma
