De vaquita is één van de kleinste zeezoogdieren op aarde. De kleine walvis wordt ook wel Californische bruinvis of ‘panda van de zee’ genoemd. De laatste naam hebben zij te danken aan de donkere ringen rond hun ogen, net als bij panda’s. Ze komen alleen voor in het noordelijkste deel van de Golf van Californië in Mexico. Zestig jaar geleden zijn ze ontdekt als soort, maar met een drastische populatiedaling van 90 procent tussen 2011 en 2016 staan ze nu al op uitsterven. Er wordt geschat dat er nu nog zo’n 30 exemplaren leven.
De oorzaak van de achteruitgang ligt bij de Mexicaanse visserij. In de Golf van Californië wordt veel op de totoababvis gevist. Bij deze vis gaat het om de zwemblaas van het dier. Deze wordt gebruikt in traditionele medicijnen in Azië. De vaquita komt als bijvangst ook in de kieuwnetten terecht. En dat is meestal fataal. Daarom is het WNF een petitie gestart om Mexico zo ver te krijgen het momenteel geldende tweejarige verbod op kieuwnetten permanent te maken.
Daarnaast zet de Mexicaanse overheid getrainde dolfijnen in om vaquita’s te lokaliseren. Zodra er één gevonden wordt, wordt deze gevangen en overgebracht naar een speciaal verblijf. Daar hoopt Mexico de populatie van de kleine dolfijnsoort weer op te krikken. Volgens de regering is dit nog de enige manier om de vaquita te redden.
HetWNF probeert via internationale instellingen als het World Heritage Committee van de UNESCO en het Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora (CITES) Mexico te dwingen om beter te zorgen voor één van de meest unieke mariene regio’s ter wereld.