De winterkoning

Marloes Blom

25 december 2023 .

winterkoning

De winterkoning is allerminst dol op de winter, deze vogel kan juist slecht tegen de kou. Speciale nestkasten kunnen de winterkoning helpen tijdens de winter: hij gebruikt ze als schuil- en overwinteringsplek. Wist je dat de winterkoning, zo klein als hij is (pakweg 10 gram) enorm veel geluid kan produceren?

Een winterkoning is typisch een vogel die je vaker hoort dan dat je hem ziet. Er kunnen zomaar dagen, zelfs weken voorbijgaan zonder dat je het vogeltje door de heg ziet schieten. Maar dan ineens is hij er weer: vlak voor je op het tuinpad, even een paar seconden op de schutting of kort wippend op het muurtje. En floep, weg is hij. De winterkoning duikt graag diep weg tussen de bladeren, laag in de begroeiing en dan ook nog eens het liefst dicht bij de grond.

Het geluid van de winterkoning: vuurwerk

Alleen om te zingen bevindt een winterkoning zich op meer dan twee meter hoogte. En berg je dan maar, want zo klein als hij is (nog geen tien centimeter), des te groter is zijn ‘scheur’. Met zijn schetterende zag produceert hij tot maar liefst 90 decibel, daarmee evenaart hij de geluidssterkte van menig popfestival. Op een halve kilometer afstand is hij nog te horen.

In de broedtijd zingt hij van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Het mannetje zet zo werkelijk alles in het werk om zijn vrouwtje te imponeren.

De winterkoning valt vooral op door zijn zeer luide, explosieve zang, die meestal eindigt als een trillend wekkertje. Foto: Leon Versaevel

De winterkoning en (winter)kou

Zijn naam doet anders vermoeden, maar het winterkoninkje kan slecht tegen kou. Als standvogel, die het hele jaar in dezelfde omgeving verblijft, is dat een probleem. Om ook bij strenge vorst een lichaamstemperatuur van rond de 40 °C te behouden, worden de vetreserves aangesproken. Zo kan een winterkoning in een koude nacht tot 10% van zijn gewicht verliezen. En hij weegt al niet veel: nauwelijks 10 gram, net zoveel als een twee-euromunt.

Groepen winterkoningen

Tijdens een zeer koude winter kruipen winterkoninkjes dicht tegen elkaar aan om niet onderkoeld te raken en de koudste weken van het jaar goed te doorstaan. Dat doen ze op een beschutte plek zoals in een boomholte. Zo’n groep kan bestaan uit tot wel twintig van deze kleine, warmbloedige vogeltjes. Het recordaantal winterkoningen in één slaapgroep staat op 61.

De winterkoning is een verlegen vogel(tje)

Op het menu van de winterkoning staan kleine insecten (zoals muggen), spinnetjes, rupsen, larven en zaden. Wil je de winterkoning de winter door helpen? Strooi dan ook voer onder bomen en struiken in je tuin, want deze vogeltjes durven anders het voer niet te pakken.

De winterkoning is een verlegen vogeltje. Foto: Erik Willaert

Speciale nestkast van de winterkoning

Er bestaan speciale nestkasten voor de winterkoning. Deze worden niet vaak gebruikt om in te broeden. Maar zulke nestkasten voor winterkoningen kunnen wel dienstdoen als schuil- of overwinteringsplaats, of om de vogels in nieuwbouwwijken en pas aangelegde tuinen te lokken.

Zo’n 2 keer per jaar legt de winterkoning 5 tot 8 kleine, glanzend witte eieren met rode spikkels. Na circa 2 weken komen de eieren uit en al na 8 dagen hebben de jongen de grootte van hun ouders. Soms bouwen winterkoninkjes een dubbel nest, waarbij de eieren in het grotere bovennest worden gelegd en het ondernest dienstdoet als slaapplaats.

Aparte (en veel!) nestplekken (‘flexwoningen’)

Een winterkoninkje kan werkelijk overal in broeden. Nesten zijn bijvoorbeeld gevonden in de jaszak van een vogelverschrikker, een oude hoed in een drukke werkplaats of in de vouw van een gordijn. Het mannetje maakt elk voorjaar op diverse plekken een soort ‘flexwoningen’ en het vrouwtje kiest uiteindelijk de plek waar het nest komt.

De meeste vogels maken maar één nest, maar het mannetje van de winterkoning is extra ijverig. Hij bouwt wel acht tot tien nesten, van takjes, mossen en bladeren. Het vrouwtje kiest uiteindelijk de nestplek die ze het meest geschikt vindt als kinderkamer. Het uitverkoren plekje bekleedt ze vervolgens met mos, haren, veren en plukjes wol.

Door het vele werk dat het mannetje heeft verricht, voelt het vrouwtje zich blijkbaar zo vereerd dat ze meestal ook na de broedtijd bij hem blijft.

Waarom een winterkoning winterkoning heet

De wetenschappelijk naam van dit kleine vogeltje, Troglodytes troglodytes, betekent eigenlijk ‘holbewoner’, wat verwijst naar het bolvormige nest dat hij maakt. Hoe wist deze holbewoner de titel van winterkoning dan te bemachtigen?

Volgens een Griekse sage wilden de vogels een eigen koning. De vogel die het hoogst kon vliegen, zou deze titel krijgen. De slimme Troglodytes troglodytes bedacht een list: hij verstopte zich tussen de veren van een arend. Toen de arend op zijn hoogste punt vloog en dacht hiermee de koning van alle vogels te worden, kwam het kleine vogeltje uit de veren tevoorschijn en vloog zelf naar nog iets grotere hoogte.

Maar hier namen de andere vogels geen genoegen mee. Ze bedachten toen dat een koning ook het diepst in de aarde moest kunnen komen. Hierop kroop het kleine, bruine vogeltje in een muizenhol. Enkele jaloerse vogels vroegen een uil om het hol te bewaken, zodat Troglodytes troglodytes nooit meer het daglicht zou zien. Maar de uil viel in slaap, het vogeltje ontsnapte en werd tot winterkoning gekroond.

De wetenschappelijke naam van dit kleine vogeltje, Troglodytes troglodytes, betekent eigenlijk ‘holbewoner’. Foto: Francisca Bakker

Paspoort van de winterkoning

Lengte: 9-10 cm.
Spanwijdte: 13-17 cm.
Gewicht: 9-13 g.
Kenmerken: klein, bruin, gestreept vogeltje met een opstaand staartje, een spitse snavel en een lichte wenkbrauwstreep.
Geluid: valt vooral op door zijn harde zang (heel hoog tjirpend, met trillers) en alarmroep. Luister ernaar in de Roots podcast Notenkrakers.
Voortplanting: twee keer per jaar 5-7 eieren, broedtijd 14 dagen. De jongen vliegen na ruim 2 weken uit en worden daarna nog een tijdje door beide oudervogels gevoerd.
Voorkomen: in heel Europa, met uitzondering van hooggebergtes en Noord- Scandinavië.
Aantal broedparen in NL: 400.000-600.000.
Winteraantallen in NL: 1.000.000-2.000.000.

Meer lezen

Tekst: Paul Böhre Foto bovenaan: Getty Images

HART VOOR DE NATUUR

Tips voor verantwoord fotograferen

...