Komende week gaat de vogeltrek in de versnelling. Fanatieke vogelaars gaan dan op zoek naar de eerste bladkoning. Een lichtgevend pareltje uit het verre oosten. Op de Waddeneilanden en langs de kust maak je de beste kans!
Vanaf de derde week in september maak je weer kans op het zien en vooral horen van een bijzonder zangvogeltje: de bladkoning. Dit vogeltje dat maar iets groter is dan een goudhaan, broedt helemaal op de Siberische taiga! Maar ieder najaar trekken ze naar het zuiden om te overwinteren en komen dan ook in onze contreien terecht. De beste kans maak je langs de kust, zowel op de Waddeneilanden als langs de gehele kuststrook langs het vasteland. Je zult ze eerder horen dan zien. Ze maken een scherp ‘tso-IEST’ geluid, met de klemtoon op het tweede deel van de roep. Daarna is het vaak een hele toer om ze mooi in de kijker te krijgen, want het zijn echte bosjessluipers. ‘Skulkers’ noemen vogelaars dat ook wel.
Lichtgevende bladkoning
Ze meten slechts 10 centimeter, ongeveer zo groot als een goudhaan, en ze hebben een opvallend lange gele wenkbrauwstreep. Af en toe rukken ze met hun vleugeltjes waarover twee lichte streepjes lopen. Wanneer hij even later dieper de struik in schiet, lijken die wenkbrauwstreep en streepjes over de vleugel wel licht te geven, als hij reflectoren op zijn vleugels heeft. En heel gebruikelijk: een seconde later is hij alweer verdwenen. Maar elke vogelaar die dit pareltje ook maar even in de verrekijker heeft gehad, en het geluid heeft gehoord, is een gelukkig mens. Hoeveel uren het ook gekost heeft, het was het zoeken meer dan waard.
Meer lezen over trekvogels?
In het nieuwe Roots Vogelmagazine staat een uitgebreid artikel over trekvogels en over de bladkoning en alle andere boszangers (met kijktips!) die je komende herfst hier kunt zien.
We hebben ook net een Roots podcast Notenkrakers (de 50ste alweer!) opgenomen over trekvogels:
Zin om een keer mee te gaan met een Roots reis of vogelweekend mee te gaan, check hier het Roots vogelreizenprogramma voor najaar 2024?
Foto bovenaan: Roef Mulder
