Lichte vorst, dus er is kans op ijshaar!

René Alblas

27 november 2023 .

Er is kans op ijshaar ! Als er na een natte periode een beetje nachtvorst is, neemt de kans op ijshaar sterk toe. Een bijzonder fenomeen dat je minstens één keer gezien moet hebben! Deze week is er lichte vorst, dus met een beetje geluk kun je dan ijshaar vinden in gemengde of loofbossen waar de luchtvochtigheid hoog is.

Hoe ontstaat het? IJshaar ontstaat op dode takken. In deze takken komen bepaalde schimmels voor en bij hun stofwisseling komt onder andere water vrij (een soort schimmelurine). Dit water wordt door zeer kleine openingen in het hout naar buiten geperst. Deze openingen hebben een doorsnee van 0,012 millimeter, blijkt uit wetenschappelijk onderzoek.

Foto: Ron de Regt

Bij strengere vorst neemt de kans op ijshaar af

Als het een beetje vriest kunnen deze waterstraaltjes bevriezen. Belangrijk daarbij is dat er een hoge luchtvochtigheid is, zodat de ministraaltjes direct bevriezen als ze naar buiten geperst zijn en niet verdampen. Zolang het een beetje vriest en de luchtvochtigheid hoog blijft, groeit het ijshaar door en kunnen er dus flinke “lokken” ontstaan. Als het te koud wordt, neemt de stofwisseling van de schimmels af en stopt de ijshaargroei. En een zonnestraaltje, een menselijke hand of een hondentong zorgen ervoor dat het haar razendsnel verdwijnt. IJshaargroei zie je vooral op eiken- en beukenhout. In Noord-Amerika komt ijshaar ook voor op de els en de esdoorn.

IJshaar pas recent verklaard

In het verleden werd ijshaar als iets mysterieus gezien. De alleroudste beschrijving van het fenomeen is uit 1833, maar wordt dan nog niet goed begrepen. Het werd gezien als een vreemde vorm van rijp. In 1918 stelt onderzoeker Alfred Wegener vast dat het “Haareis” ontstaat in nachten met lichte vorst (-4°C) en hij gaat verder: “Het water vriest echter niet van buitenaf aan, maar lijkt vanuit het hout te komen: de haren groeien van onderaf aan!” Wegener vermoedt een relatie met schimmels, omdat hij mycelium op het dode, ontschorste hout waarneemt, maar hij komt niet tot een verklaring. Pas in 2005 schrijft de Zwitser Gerhart Wagner het eerste artikel met een sluitende verklaring voor ijshaar in het Schweizer Zeitschrift für Pilzkunde in 2005.

Nog steeds zijn er wandelaars die verrast worden door deze “baard van de kerstman” op dode takken. We zochten de mooiste voorbeelden bij elkaar:

Foto: Mark Mieras

veel ijshaar
Foto: Annemiek Faber

Zo fotografeer je ijshaar

Het is sowieso slim om vroeg op pad te gaan om ijshaar te vinden. Bij lichte nachtvorst is het overdag immers vaak wel boven nul. Als de omstandigheden goed zijn, vind je overal “bebaarde” takken. Een lange zoektocht is doorgaans niet nodig (het is er of het is er niet).

Als je ijshaar eenmaal voor de lens hebt, pas dan op voor overbelichting. Vaak is de omringende bosgrond nogal donker van kleur. Als je camera de lichtmeting gaat middelen tussen de bosgrond en het ijs, zal het ijs vaak overbelicht worden. Het is dus handig om een paar stops onder te belichten, vooral als je flink wat omgeving fotografeert. Op bewolkte dagen kan het handig zijn om een zaklantaarn te gebruiken. De twinkeltjes van het ijs komen dan mooi tot hun recht.

Foto: J.Griffioen
kans op ijshaar
Foto: René Alblas
kans op ijshaar
Foto: René Alblas
Foto: Harry Wolbers
ijshaar
Foto: Margriet Spanjaard

Ook mooi om te zien (en te fotograferen): rijp. Lees er alles over.

En zo fotografeer je sneeuw.

Foto bovenaan: Francisca Bakker

HART VOOR DE NATUUR

Tips voor verantwoord fotograferen

...