Ik schreef er al eerder over: de uiterst zeldzame gps-wandelaar die de status heeft van een rodelijstsoort. Ik probeer ze vaak te spotten, maar ze glippen steeds door mijn blikveld. Ik wandelde onlangs een dag in een ingewikkeld natuurgebied vol vage paadjes maar ik zag alleen wandelaars zonder gps. Soms hadden ze wel een telefoon in de hand. Dan vroeg ik: “Welke gps-route loopt u?” Meestal keken ze mij vol ongeloof of walging aan of ze bleken iets compleet anders te doen: “Ik stuur net mijn minnares een app dat ik haar zo ontmoet bij de dikke zomereik naast het veld met de uitgebloeide paardenbloemen.” Of: “Wacht even, ik sta bijna schaakmat.”
Het Fiets- en Wandelplatform heeft onderzoek gedaan naar het gebruik van wandel- en fietsapps. Ik verwachtte dat de uitkomst zou zijn dat niemand wandelapps gebruikt, maar dat bleek wensdenken. De conclusie komt zo, eerst even wat goochelen met cijfers.
De enquête is gehouden onder 1569 mensen. Daarvan bezit 69,9 % een smartphone. Dat zijn omgerekend 1069 mensen. Daarvan heeft 58,27% een fiets- of wandelapp op de telefoon staan. Blijft over: 638 mensen. Maar het onderzoek is uitgevoerd onder fietsers en wandelaars, die zijn op een hoop geveegd. Laat de helft wandelaar zijn. Dan blijven er nog 319 mensen over. De helft daarvan (afgerond op 160) gebruikt een wandelapp tijdens de tocht.
Dat is ongeveer 1 op de 10! Eigenlijk denk ik dat het er minder zijn want er worden vooral fiets- en hardloopapps gebruikt, maar ik herken ook mijn ontkenning en dat is de belangrijkste fase van toegeven. Mijn veldwaarnemingen mogen dan wel allerminst parallel lopen met deze bureaubevindingen van het Wandelnet, maar het lijkt erop dat wandelen met de smartphone de mierenstatus begint te ontgroeien. Als wandelroutemaker heb ik daarom sinds een paar dagen een smartphone op zak. Ik heb al 1 app gedownload. Nu kan ik eindelijk buienradar bekijken als ik in een hoosbui loop.