Als de zwarte pieten-discussie iets duidelijk maakt, is dat zowel de voor- als tegenstanders zich een minderheid voelen. Het slachtofferschap is een bad dat eeuwig behaaglijk warm is en waarin je je kunt onderdompelen zodat je de argumenten van anderen slechts hoort als een vage achtergrondruis. Want luisteren en inleven doen minderheden niet, stel je voor dat iemand je een inzicht biedt waardoor je je mening moet bijschaven. Dan moet je rillend uit je badje stappen en voel je hoe de wind van de rede waait door de bomen.
Ach ja, de bomen. Die vormen pas een minderheid. Iemand heeft namelijk eens uitgezocht dat in Nederland nauwelijks nog oer-Hollandse, autochtone bomen en struiken groeien. Vijf procent van de bomen heeft nog vaderlandsche sappen door de nerven stromen, de rest van de bomen is import. Wandel je door het bos, dan loop je dus eigenlijk door een multiculturele samenleving. Een soort Bijlmerbos. De meeste blijken afkomstig uit Zuid- en Oost-Europa. Ook onder de bomen pikken de Polen de plekken in.
Die tsunami aan importbomen is onze eigen schuld. Omdat we in het verleden graag goedkope boompjes wilden aanplanten voor de bosbouw, haalden we die uit verre oorden. Niet uit China, die produceerde toen nog louter bamboe, maar uit de landen om ons heen.
Maar gelukkig wordt er wat aan gedaan. Er waait namelijk een wind door Nederland die zegt: eigen boom eerst. Er is zelfs een bos waar zuiver Hollandse bomen worden opgekweekt in zuiver Hollandse grond. Filosoof Friedrich Nietzsche sprak ooit over de übermensch (hoewel hij daar geen superieur ras mee bedoelde), maar het woord überboom ligt op de loer. Ze zijn sterker en beter bestand tegen het Nederlandse klimaat, hoewel ons Hollandse klimaat tegenwoordig ergens in Denemarken is te vinden vanwege de opwarming van de aarde.
Met de allochtone bomen vergaat het straks net als met zwarte piet. Ze verdwijnen langzaam.