DOOR: PAUL BÖHRE
Wandelen in de winter… ik heb er eigenlijk een broertje aan dood. En dan al helemaal door de polders rondom mijn woonplaats Amstelveen. Het woord ‘polder’ staat bij mij in dit jaargetijde synoniem voor ‘kou, wind, saaie natuur en vooral erg leeg’. Niet bepaald een vette kluif voor een ‘doorgezomerde’ vogelfreak als ik.
‘Maar een mens moet er toch een keer uit’, hoor ik mijn vrouw zeggen. ‘En zeker niet weer met de auto’, vult ze daar meteen aan toe. Dus ga ik samen met mijn vrouw behaaglijk dik aangekleed op pad. Laat de kou maar komen. Al snel blijkt dat een mens zich toch behoorlijk kan vergissen. Eenmaal buiten is het er heerlijk toeven. En, om maar het laatstgenoemde vooroordeel maar meteen te tackelen: ‘leeg’? Ongelooflijk, zoveel vogels vliegen als er rond boven de Bovenkerkerpolder, een weids poldergebied op steenworp afstand van ons huis.
Naar later blijkt is er zojuist een slechtvalk over de weilanden gevlogen. Werkelijk alles wat prooivogel is hangt paniekerig in de lucht en vliegt kris kras door elkaar: honderden kievieten, wulpen, goudplevieren, meeuwen, ganzen en smienten. Minutenlang heerst er een kakofonie van gekrijs, gegak en gefluit. Als het gevaar geweken is – de slechtvalk zit inmiddels als een zwarte schaduw veel verderop op een hekpaaltje – keert de rust terug. De smienten dalen in grote groepen terug naar de slootjes en waterberging bij Uithoorn, een pas aangelegd natuurgebied langs de pas omgelegde provinciale N201. Als we ze met de verrekijker bekijken, zien we pas hoe mooi de smienten in deze tijd van het jaar zijn. De mannetjes pronken met hun kastanjebruine kop en roomgele kruin. De baltstijd is weer begonnen. In het doorbrekende zonnetje lichten hun hagelwitte buiken en flankstrepen mooi op. Ze produceren continue een vreemdsoortig hoog gefluit. ‘Het lijkt wel alsof ze in badeendjes knijpen,’ merkt mijn vrouw op. Grappig, zelf nooit aan gedacht.
Wij slapen op zolder. Diezelfde nacht horen we de smienten over ons huis vliegen, op weg naar de polders aan de andere kant van Amstelveen, waar ze gras gaan grazen. Hun aparte gefluit is niet van de lucht. Het blijkt een heerlijk geluid om bij in slaap te soezen…