Klauwen, grijpers, flippers en plakkers. Elk dier kan met zijn poten perfect uit de voeten. En dat levert nogal wat verschillende soorten variaties dierenpoten op.
Pootjesparade
Dierenpoten zijn er in alle soorten en maten. Van grote, sterke joekels van klauwen tot kleine, subtiele hoefjes. Maar hoe zijn poten eigenlijk ontstaan? Daarvoor moeten we een stuk terug in de tijd. Ongeveer 400 miljoen jaar geleden leefde op aarde het allereerste landdier met poten. Daarvoor zwom al het dierenleven nog in het water. Poten zijn eigenlijk al ontstaan in zee. Sommige vissen hadden in hun vinnen al wat verstevigingen zitten en die groeiden uit tot poten waarmee dieren zich op land uiteindelijk konden voortbewegen.
Hele zool
In het begin liepen alle landzoogdieren op dezelfde manier: de hele voet van het dier – met vijf vingers (of tenen, net hoe je het bekijkt) – raakte de grond. Dit is vooral handig op zachte ondergronden, zoals zand of sneeuw. Kijk maar naar een ijsbeer, die zakt niet weg in de sneeuw. Dat komt omdat hij bij het lopen de hele voetzool gebruikt, waardoor de druk mooi wordt verdeeld. Vandaar dat deze dieren zoolgangers worden genoemd.
Toptenen
Er zijn ook dieren die alleen op hun tenen lopen, zoals leeuwen, tijgers en andere katachtigen. Dit zijn de teengangers. Cheeta’s kunnen hoge snelheden bereiken door zich alleen af te zetten met de teenkootjes. Dit houden ze alleen niet erg lang vol. Wel kunnen teengangers goed springen.
Topgangers gaan nog een stapje verder. Die lopen op de toppen van hun tenen. Een gazelle bijvoorbeeld loopt op het laatste teenkootje. Dat is omhuld met een dikke laag hoornstof, de hoef. De rest van wat wij als hele poot zien, is in werkelijkheid slechts de voet. Het deel wat bij ons mensen het been is, zit bij deze dieren vrijwel verstopt boven de poot. Het voordeel van het lopen op de toppen van de tenen is dat deze dieren het rennen lang kunnen volhouden.
De poten van elke diersoort zijn in de loop van de evolutie uitstekend aangepast aan de grootte van het dier, de omgeving en of ze prooi of roofdier zijn. En zo heeft elk dier voor zijn eigen leven de perfecte poot.
Poot als oor
Een olifantenpoot heeft ongeveer de doorsnede van een flinke pizza. Omdat de druk van het olifantenlijf op de grond zo gelijkmatig wordt verdeeld, drukt er per vierkante centimeter maar één kilo op de grond. Daardoor zakt een zware olifant niet diep weg in rul zand. De zool bestaat uit een dikke laag eelt. Ongevoelig dus? Nee, olifanten kunnen via hun poten zelfs ondergrondse vibraties voelen. Zo ‘horen’ ze soortgenoten kilometers verderop rennen of stampen. Maar dat niet alleen, ze maken ook rommelende geluiden die de grond ingaan als trillingen. Die kunnen ze voelen met hun poten en zo communiceren de dikhuiden over grote afstanden.
Voor- en achtertenen
De twee voorste tenen van een everzwijn staan op de grond. Daarom is dit een evenhoevige. De twee achterste tenen raken ook de grond, vooral in modderig zand. Dat zie je terug in de pootafdruk.
Rank reeënpootje
Een ree heeft per poot twee hoeven en twee bijhoeven. Het ree is daarom ook een evenhoevige.
Sprinten op je tenen
Een luipaard is een teenganger en kan in volle sprint wel 60-70 km/u halen. Erg lang houdt hij dit echter niet vol.
Acrobatenpootje
Een eekhoorn kan met zijn lange teentjes en nagels als een acrobaat rennen en springen door de bomen. De voorpoten zijn korter dan de achterpoten.
Flip-flop
In het water kan een eend zijn zwemvliezen goed gebruiken.
Marathonsloffen
Deze vreemde poten zijn van een vreemde vogel: de struisvogel. Als loopvogel kan het met deze voeten razendsnel rennen. En lang ook: een struisvogel kan makkelijk een kwartier lang met een topsnelheid van 70 km/u rennen.
Pootloos
Wat deze op het eerste gezicht pootloze tuinslak tussen de dierenpoten doet? Wat je hier ziet, is eigenlijk één grote voetzool van een sterke spier die samentrekt en uitstrekt. Zo kan een slak zich voortbewegen.
Plakpoot
Dit ingenieuze voetje is van een gekko. Lange tijd was het een mysterie hoe deze beestjes aan muren en plafonds kunnen blijven plakken. Maar inmiddels weten we hoe ze dat doen: dankzij statische elektriciteit zijn ze de zwaartekracht de baas.
Nog meer pootweetjes
-
- De zebra heeft per poot maar één hoef. Vandaar dat het een onevenhoevige wordt genoemd.
-
- Een zangvogel heeft pootjes die het mogelijk maken om op een tak te zitten.
-
- Een wulp is een steltloper en heeft poten die staan in ondiep water mogelijk maken.
CREDITS: TEKST KIM VEENMAN | FOTO’S UNSPLASH | PIXABAY
Deze reportage staat in het oktobernummer 2019 van Roots – verkrijgbaar via de webshop (zolang de voorraad strekt). In die reportage staan prachtige beelden van de pootjes zelf, van onder andere fotograaf Ingo Arndt.