Je ziet wandelende takken soms bij mensen thuis in een glazen bak, maar kun je deze dieren ook tegenkomen tijdens een boswandeling in eigen land? Het lijkt erop nu een populatie is ontdekt in Nederland.
Wandelende takken of Phasmatodea, zoals ze in de wetenschap worden genoemd, komen op alle continenten voor behalve op Antarctica. In Europa leven wandelende takken vooral in de warmere landen. Slechts een soort is ten zuiden van Parijs te zien: de Gallische wandelende tak. In Nederland en België was het altijd te koud voor dit diertje om te overleven.
Maar dat is veranderd. Ook in Nederland is een populatie van de Gallische wandelende tak ontdekt, zo meldt het vakblad Entomologische Berichten. Het zou kunnen gaan om ontsnapte of uitgezette exemplaren of dat eitjes zijn meegekomen met vervoer van planten uit Zuid-Europa. Maar het is ook mogelijk dat de eitjes van deze wandelende takken, die door vogels worden gegeten, zijn uitgepoept en zo in Nederland zijn beland.
Veruit de meeste soorten wandelende takken leven in warme, tropische gebieden. Hier leiden ze een rustig, onopvallend bestaan tussen de bladeren van hun voedselplant. Ze hoeven niet ver te lopen voor hun voedsel en als ze dat al doen, doen ze dat vaak op een wiegende manier waardoor het net lijkt alsof ze door de wind heen en weer deinen. Omdat ze niet opvallen, wordt zelfs in goed onderzochte gebieden regelmatig weer een nieuwe soort ontdekt.
Vliegende takken
Wandelende takken komen voor in verschillende gedaantes. Er zijn dunne takjes bij, maar ook behoorlijk forse soorten zoals de junglenimf. Deze felgroene wandelende tak is zelfs het op één na zwaarste insect ter wereld! En er zijn meer buitenbeentjes. De Peruaanse varentak is bijvoorbeeld zeer opvallend geel met zwart of rood gekleurd. Hij kan zich dat permitteren omdat hij giftig is.
De Australische flappentak eet in de natuur alleen maar eucalyptus en lijkt op een dor verfrommeld blaadje. De pas uitgekomen exemplaren zijn bijna zwart met een rode kop en lijken op agressieve mieren. Zo kunnen de diertjes na het uitkomen op de grond veilig naar hun voedselbron lopen.
Wandelende takken staan er bekend om dat de vrouwtjes zonder te paren vruchtbare eitjes kunnen leggen, maar in de vrije natuur is dit vrij ongewoon. Daar leven wel degelijk mannelijke wandelende takken. De mannetjes zijn een stuk kleiner en slanker dan de vrouwtjes en kunnen vaak zelfs vliegen om zo hun genen over een groter areaal te verspreiden.
Blad op pootjes
Nauw verwant aan de wandelende takken zijn de wandelende bladeren. Deze groep insecten komt alleen in Zuidoost-Azië voor. Wandelende bladeren herken je aan hun zeer afgeplatte, meestal bladgroene lijfjes die compleet met nerven en bruine randjes aan oude boombladeren doen denken. Nog meer dan de wandelende takken zijn de wandelende bladeren echte camouflagekunstenaars, waarvan ook nog steeds nieuwe soorten worden ontdekt.
Lees ook het blog van Roots-redacteur Daniël Mulder over de wandelende tak als huisdier.
Foto header: Wikipedia