Ik woon in Assendorp. Dat is de eerste woonwijk die is gebouwd buiten de stadsgracht van Zwolle. Een arbeiderswijk noemen mensen het, of een studentenwijk. Ik noem het liever een oldtimerwijk. En dan geen glimmende oldtimer die alleen op zondagmiddag een stukje toert, bestuurd door twee zongebruinde zestigers. Nee, eerder is het een oldtimer van de ware liefhebber die er, bleek van het eindeloze sleutelen in een duistere garage, er altijd mee rijdt. Ook als het regent of als er net is gestrooid tegen gladheid.
Assendorp is een wijk die soms met horten en stoten op gang komt, maar soms danst het ook de salsa. Het biedt evenveel roestplekken als blinkend chroom. Dat geldt ook voor de natuur: het is hollen of stilstaan. Er zijn mensen die een natuurgebied creëren op een plek waar twee stoeptegels zijn gelicht en er zijn tuinen zonder groen, maar met grote zwarte tegels die in de zomer zo heet worden dat de lokale temperatuur zeker 5 graden hoger is.
Mijn tuin is een typische Assendorptuin. Afhankelijk van het standpunt is de tuin best aardig tot foeilelijk. Ik heb wel veel tuindromen, maar weinig tijd. Daarom heb ik drie vierkante meter vrijgemaakt voor spontane natuur. Die drie vierkante meter aarde raak ik niet meer aan. Zie het als de stadsvariant van de Oostvaardersplassen. De zeearend verwacht ik niet gelijk, de wolf ook niet, maar toch heb ik een pril succesje geboekt. De eerste paddenstoelen. Na ruim een half jaar verschenen er ineens gele aardappelbovisten. Die waren er eerder nooit.
Volgens paddenstoelenkenner Eef Arnolds, die ik interviewde voor Roots (zie het novembernummer), is “de aarde met rust laten” een prima methode om paddenstoelen in je tuin te krijgen. Hijzelf gaat nog verder door het stoken van kleine brandjes. Daar komen dan weer zeer zeldzame brandplekpaddenstoelen op af. Ik twijfel of ik in mijn stadstuin, die is omringd met gammele schuttingen, schuurtjes en bomen, vuur moet aanwakkeren. Voor je het weet ligt er een halve woonwijk in as. Goed voor de paddenstoelen, maar de oldtimer is daarmee ook in rook opgegaan. Ook op kleine schaal blijkt natuurbeheer een zaak van wikken en wegen.