Baardmannetjes fotograferen, zo pak je dat aan

In de wintermaanden is de kans om baardmannetjes te zien extra groot. Het hele jaar verblijven ze in uitgestrekte rietvelden. Met name in de Oostvaardersplassen. Maar in deze periode verspreiden ze zich over het land en kun je deze olijke vogeltjes ook in kleinere rietvelden vinden. Hoe krijg je baardmannetjes voor de camera?

• Windstil weer is ideaal om deze vogels te fotograferen. Ze begeven zich dan meer naar de toppen van het riet, zodat je ook de lucht makkelijker in je beeld kunt opnemen. Bovendien heb je minder last van heen en weer zwiepend riet.

• Probeer een plek te vinden waar enkele rietpluimen boven de rest uitsteken. Als ze daarop plaatsnemen kun je de mooiste beelden maken.

• Goede fotografeerplekken in de winter zijn (naast de Oostvaardersplassen) het Lauwersmeer, de Zevenhuizerplas, de Onlanden en de Rietputten. Check ook waarneming.nl.

• Het is logisch dat je voor deze vogels een flinke telelens nodig hebt. Minimaal 300 millimeter, liever meer.

• Ook vorst is een goede omstandigheid. De baardman eet ’s winters alleen maar zaden en deze haalt hij uit het riet en als die op een natte ondergrond vallen, zijn ze verdwenen. Maar als ze op ijs vallen blijven ze beschikbaar en zo kun je ook over de grond scharrelende baardmannen waarnemen.

• De kenmerkende zwarte baardstrepen vind je alleen bij volwassen mannetjes. De oranje-bruine kleur en de lange staart komen bij alle baardmannen (m/v) voor. Heb je ze eenmaal gevonden dan is geduld belangrijk. Tussen en achter het riet kan de compositie vaak wat rommelig ogen, wacht tot de vogel(s) goed zichtbaar is(zijn) en het riet je compositie niet teveel verstoort.