De bosanemonen staan al jaren met stip op nummer één bij natuurfotograferend Nederland. Roots-redacteur René schreef er een blog over en toont de mooiste bosanemonenbeelden van lezers.
Op de eerste warme dagen van maart is mijn blik vaak naar de grond gericht. Zijn de bosanemonen er al? In de bossen rondom mijn huis zag ik begin maart al allerlei groene sprietjes naar boven komen. Feilloos haal ik daar de blaadjes van de bosanemoon uit. En als die blaadjes helemaal zijn uitgevouwen, is het een kwestie van dagen totdat daar een mooi wit bloemknopje bijkomt. Als er niet veel zon is, blijft het knopje gesloten. Maar op mooie, zonnige dagen opent het fragiele witte bloemetje zich en is voor mij de lente begonnen.
De eerste bosanemonen bij mijn huis, nog een beetje zielig, maar het is een begin!:
Ja, ik ben een bosanemonenfan. En ik ben bepaald niet de enige. Veel natuurfotografen beginnen eind februari al te zoeken naar de eerste lentebodes. En als de bloemetjes er dan eenmaal zijn, kleuren de Facebook en Instagram-tijdlijnen helemaal wit, groen en een vleugje roze.
Ook bij de inzendingen voor de Roots-fotowedstrijden staat de bosanemoon met stip op één. Ik geef enkele voorbeelden.
Bosanemonen gefotografeerd door Rootslezers
Bedreiging
De liefde voor de bosanemoon is niet een verschijnsel van de laatste tijd. Al in het begin van de twintigste eeuw maakten natuurbeschermers zich zorgen over het publiek dat massaal de plantjes uit de grond trok en daarmee het voortbestaan van de plantensoort zou bedreigen. In 1912 werd hiervoor gewaarschuwd in het door Jac P. Thijsse opgerichte blad De Levende Natuur.
Nu, 111 jaar later, staat de natuur er zeker niet beter voor, maar de bedreiging voor de anemoon is wel een stuk kleiner geworden. Om iets van de schoonheid van dit plantje mee naar huis te kunnen nemen, hoeven we het plantje niet meer uit de grond te trekken. We hebben immers camera’s en telefoon bij ons.
Doorzetter
De bosanemoon heeft een wortelstok, die niet ver onder de grond ligt en uit deze stok groeien meerdere plantjes, op vrij korte afstand van elkaar. En daardoor is het een taaie doorzetter. Op vochtige, humusrijke loofbosbodems is het plantje “niet uit te roeien”. Vlak bij mijn huis is een paar jaar geleden een stuk bos gekapt. De houthakkers van deze tijd zijn uitgerust met zware apparatuur en bosbulldozers met rupsbanden. Maar ondanks al dit geweld staken de bosanemonen de eerstvolgende lente alweer massaal hun kopje boven de grond.
Onlangs heb ik een stuk van mijn tuin gemaaid dat al jaren overwoekerd was door bramen en wilde wingerd, en wat komt daar nu te voorschijn? Jawel, bosanemomen!