Vijftig tot 100 procent van zijn eigen gewicht eet een mol dagelijks. De Belgische Roeland Vranckx weet er alles van: hij is van kinds af aan gefascineerd door de mol. We spraken hem uitgebreid over deze kleine, harde ondergrondse werker, én zetten deze 13 mollenweetjes op een rij.
1. Veelvraat
Een mol eet elke dag 50 tot 100 procent van zijn eigen gewicht – vooral wormen, maar ook keverlarven, naaktslakken, etc. Hij eet ook wat tuiniers schadelijke insecten noemen, zoals emelten of engerlingen.
Lees ook:
Ook in juni vliegt de meikever volop
2. Verlammen voor het eten
De mol legt een voorraad levende wormen aan die hij met een beet achter de kop verlamt. Op deze manier kunnen ze niet vuchten, maar gaan ze ook niet dood.
3. Eetdruk
De mol moet elke paar uur eten, anders sterft hij van de honger.
4. Behoorlijk territorium
Eén mol heeft een territorium van 400 tot 2.500 vierkante meter. De hopen in één tuin zijn dan ook meestal door één mol gemaakt. Dat is echt een topprestatie.
5. De mol ziet wél (zij het niet goed)
De ogen van de mol zijn nauwelijks zichtbaar. Hij kan er ook niet goed mee zien. Maar: de uitdrukking zo blind als een mol klopt niet, hij ziet bijv. wel contrasten.
6. Extreem gevoelig
Mollen zijn extreem gevoelig omdat ze bedekt zijn met duizenden voelharen en snorharen.
7. Veel kooldioxide in molshopen
In mollentunnels is de lucht bedompt. De uitgeademde kooldioxide hoopt zich op. De mol ademt lucht met 1 tot 5 procent CO2 – een concentratie waarbij mensen last krijgen van wazigheid, hoge bloeddruk en botontkalking. De mol niet.
8. Speciale liefdestunnels
Tijdens de paartijd in februari/maart maakt een mannetje speciale ‘liefdestunnels’ om een vrouwtje te zoeken. Alleen dan gaat hij buiten z’n territorium. Als hij een andere gang tegenkomt, kan hij voelen of er al een andere mol in zit.
9. Pseudo-penis
Naast een vagina heeft vrouwelijke mol een pseudo-penis, waarmee ze kan plassen.
10. 12-15 meter per uur
Een niet al te diepe gang graaft de mol met een snelheid van tussen de 12 en 15 meter per uur.
11. Tot wel acht kilo
Een molshoop weegt één tot twee kilo, met uitschieters naar acht kilo (80x zijn eigen lichaamsgewicht).
12. Kruiwagens aarde in een burcht
Mollenburchten kunnen wel twee kruiwagens aarde bevatten.
13. Extra duimpje
De mol heeft vijf lange vingers plus een extra ‘duimpje’. Deze botknobbel is handig bij het graven.
Meer lezen
- Wist je dat een mol ook kan zwemmen? Je ziet het op deze video!
- Wat een vraag: waarom zit een mol nooit onder het zand?
- Hoe vindt een mol zijn weg?
Tekst: Marjolein van Rotterdam