Het icarusblauwtje is in het voorjaar en de zomer een opvallende verschijning: vooral het mannetje is prachtig blauw. In Roots mei delen we vijf fraaie plekken om de vlinder te zien fladderen. Online tippen we daarvan twee én het paspoort, zodat je weet van welke bloemen deze mooie vlindertjes de nectar eten.
1. Eilandspolder (Noord-Holland)
Al kanoënd door de slootjes van de Eilandspolder bij Graft-De Rijp heeft Roots-journalist Monique van Klaveren diverse keren icarusblauwtjes gezien. “Vanaf het water is je perspectief anders. De vlinders vliegen dan op ooghoogte. En de mannelijke icarusblauwtjes vallen natuurlijk meteen op door hun kleur als ze rondfladderen.” De Eilandspolder stamt uit de 13e eeuw en bestaat voor een derde uit water, vandaar dat het gebied al varend het beste te ontdekken valt.
Waar: kano’s en fluisterboten kun je bij drie bedrijven in de omgeving huren. Het handigste is om de vaarroutes te volgen zodat je niet verdwaalt.
Ook te zien: libellen, waterjuffers, tureluur, grutto, rietgors.
Horeca: in De Rijp vind je diverse horecagelegenheden.
Lees/bekijk ook:
- Handige tips van natuurfotograaf Edwin Giesbers: zo fotografeer je libellen
- Twee hotspots van de vuurlibel
2. Tussen Roeselare en Ieper (België)
De oude spoorlijn tussen Roeselare en Iper (Stroroute) is omgevormd tot fietspad. Het leuke is dat je nu zonder veel inspanning 9 kilometer tussen de heuvels rijdt en intussen van een natuurgebied kunt genieten. De ondergrond is zand met leem en er zijn verschillende microklimaten in deze groene as, volgens het Belgische Instituut voor Natuurbehoud. Er groeien veel kruiden en het icarusblauwtje voelt zich er daardoor thuis.
Waar: volg vanuit het centrum van Roeselare de fietsknooppunten 63-61- 5-36-84-81 (tot de IJzerweg) en dan fiets je er vanzelf overheen.
Ook te zien: groot dikkopje, boomblauwtje, landkaartje, oranjetipje, bont zandoogje.
Horeca: in zowel Roeselare als Ieper vind je horecagelegenheden.
Lees/bekijk ook:
- Klassiek maar altijd mooi: zo fotografeer je het oranjetipje
- Waarom vliegen vlinders nooit in een rechte lijn? Vlinderexpert Kars Veling legt uit waarom ze zo vliegen.
Paspoort
Naam: icarusblauwtje (Polyommatus icarus).
Uiterlijk: de mannetjes hebben blauwe vleugels met een donker en een wit randje. De vrouwtjes hebben bruine vleugels of bruin met blauw en oranje stippen en een wit randje. Dichtgevouwen vallen de stipjes (oogjes) op. De rupsen zijn groen.
Voedsel: de rupsen voeden zich met klaver. Hun favoriete zogeheten waardplanten zijn rolklaver, hopklaver en kleine klaver, maar ze eten ook van witte en rode klaver. De vlinders gebruiken nectar van bloemen, zoals akkerdistel, boerenwormkruid, heelblaadjes, jacobskruiskruid, wilde marjolein, margriet, knoopkruid en klaversoorten.
Seizoen: de eerste icarusblauwtjes zie je vaak al begin mei, de laatste begin oktober. Dit zijn niet dezelfde vlinders. Meestal zijn er per seizoen twee tot drie generaties.
Levenscyclus: het vrouwtje legt haar eieren op de toppen van de plant. De rupsen die daaruit komen, eten tot het winter wordt en overwin- teren op de grond of tegen de stengel. Daar verpoppen ze zich tot vlinder.
Leefgebied: bloemrijke bermen, graslanden, dijken, tuinen en parken.
Verspreiding: overal in Nederland en België. Komt vrij veel voor. Op meetplekken in Nederland, van 5 x 5 km, worden er gemiddeld 200 geteld. Van België zijn geen harde cijfers bekend.
Meer lezen
- Hoe houd je witjes uit elkaar? Met deze vleugelpuntcheck!
- Zo maak je een bijentuin vol wilde bloemen
- Wat een vraag: komt uit deze rups een koninginnenpage?
Tekst: Monique van Klaveren Foto bovenaan: Yvonne aan de Wiel