De Nationale Bijentelling is dit jaar van maandag 15 t/m zondag 24 april. Wil je zelf iets doen om wilde bijen te helpen? Met deze Roots-tips tover je je tuin om in een bijentuin. Ga bijvoorbeeld langs bij een Voedselbank voor Bijen.
Honingbijen zijn alom bekend in Nederland. Dit is een sociale bij die in volken leeft van wel 50.000 exemplaren. Daar is maar één soort van, zij vliegen tot vijf kilometer van de korf. Hommels leven ook in volken, die tot zo’n 300 dieren tellen. Zij vliegen in een straal van ongeveer een kilometer rond hun nest.
Wilde bijen leven heel anders. Die zijn solitair. Zij hebben baat bij een soort b&b-omgeving. Een nestel- en ontbijtplek binnen 500 meter. Een plek om voedsel te verzamelen voor zichzelf (nectar), stuifmeel voor haar jongen en een plek om te broeden. De wilde bij heeft het echter zwaar. Van de 358 bijensoorten in Nederland staat meer dan 50 procent op de rode lijst.
Nationale Bijentelling
Hoe meer we over bijen weten, hoe beter we de bij kunnen helpen, dat is idee achter de Nationale Bijentelling, die dit jaar van maandag 15 t/m zondag 24 april wordt gehouden. Ook jij kunt de bijen trouwens een handje helpen, bijvoorbeeld door de aanleg van een bijentuin. Maar hoe pak je dat aan?
Zo creëer je zelf een bijentuin
- Verwijder daar waar je bloemen wilt hebben het gras (en eventueel de tegels). Meng scherp zand met compost en maak de bodem iets losser door de toplaag af te schrapen.
- Koop goed zaad, biologisch en van inheemse plantensoorten. Zorg dat het zaadmengsel past bij de grondsoort van je tuin.
- Ga langs bij een Voedselbank voor Bijen, waar je vanaf 11 april 2024 gratis een zakje inheems bloemzaad kunt ophalen. Op deze kaart zie je of er een Voedselbank voor Bijen in jouw buurt zit.
- Meng meerjarig bloemenzaad met maximaal 10 procent eenjarig zaad om ook in het eerste jaar al bloemen te krijgen.
- Zaai de zaden zeer oppervlakkig (maximaal 0,5 cm) de grond in. Je kunt dat het beste doen in de nazomer en in het najaar.
Inheemse vlinder- en bijenplanten
Een bloemenweide voor insecten kan ook ingezaaid worden met inheemse, streekeigen planten. Dit zijn planten die hier van nature thuishoren. Uiteraard moeten ze ook passen op de locatie. Als die erg nat is, zaai je andere soorten in dan wanneer het een droge plek is, en op klei gedijen andere soorten dan op kalkrijk zand.
Twee- of meerjarige planten zijn een walhalla voor insecten: look zonder look, kaardenbol, slangenkruid, koninginnenkruid, gewone rolklaver, grote kattenstaart, honingklaver, luzerne, paarse dovenetel, wilde reseda, gewone smeerwortel, paardenbloem, rode klaver en ijzerhard. Eenjarige planten zijn onder meer korenbloem, grote klaproos, witte mosterd en bonte wikke.
6 goede leveranciers van inheems bloemenzaad
Maaien: wel of niet?
Grasmaaien hoef je in principe maar enkele keren per jaar te doen. Gefaseerd maaien is ook een aanrader: dat zorgt voor een langere bloeiboog, zodat de bijen ook hier optimaal van kunnen profiteren. Houd hierbij rekening met twee belangrijke aspecten: de grondsoort en het soort bloemen in je weide. Heb je hele voedingsrijke grond, dan moet je drie keer per jaar maaien. Zit je op hele schrale grond, dan is slechts één keer maaien per jaar voldoende. Zo creëer je een lange bloeiboog voor insecten. Het is belangrijk om het maaisel als hooi binnen een paar dagen weg te ruimen. Daarmee ontstaat er ruimte voor kruiden en wilde bloemen. Binnen een paar jaar staan in je gazon de eerste inheemse bloeiende bloemen! Er is ook een hele campagne rond het maaien van je gazon: Maai Mei Niet.
Zo leeft de wilde bij
Wilde bijen hebben niet alleen bloeiende bloemen nodig, maar ook struiken en bomen. Wilde bijen overwinteren als volwassen insect (imago) meestal onder de grond. In het vroege voorjaar komen ze tevoorschijn. Ze voeden zich dan in het begin vooral met de nectar van bloeiende wilgen en sneeuwklokjes. Later in het jaar halen ze ook stuifmeel uit de bloemen van fruitbomen, kastanjes en esdoorns en allerlei veldbloemen. Maar de bloeiende bomen vormen het gros van het voedsel dat ze nodig hebben. Voor elk eitje heeft de wilde bij een theelepel stuifmeel nodig om de larve te laten groeien. Het eitje groeit in een paar weken uit tot een volwassen bij. Eenmaal volwassen blijven ze net als zaden in de grond overwinteren, om er het volgend voorjaar uit te kruipen, waarna de cyclus zich herhaalt.
Duik dieper in de bijen
- Je loopt er misschien zomaar overheen: de holletjes van de hardwerkende zandbijen. Ze komen namelijk in bijna elke tuin wel voor. In West- en Midden-Europa leven zo’n 150 soorten. En daar zitten juweeltjes tussen, zoals de pluimvoetbij.
Foto bovenaan: Getty Images