Wij weten wel hoe we het hoofd koel moeten houden als het té warm wordt: we nemen een duik in het zwembad of eten een verkoelend ijsje. Maar hoe overleven dieren de hitte? Roots zocht het uit in Nederland, maar ook op plekken waar het serieus warm is.
Veel dieren doen aan thermoregulatie; ze kunnen hun lichaamstemperatuur regelen door zichzelf op te warmen of juist af te koelen. Sommige dieren raken op een warme dag actief warmte kwijt, door bijvoorbeeld te zweten. Dit zijn de warmbloedige dieren. Andere dieren kunnen dat niet en koelen indirect af door bijvoorbeeld de schaduw op te zoeken. Dit zijn de koudbloedige dieren. Denk maar aan een slang die op een warme steen opwarmt in de zon, maar eronder kruipt als het hem te heet wordt.
Afkoelen is een koud kunstje
Elke diersoort heeft een ideale temperatuur met een onder- en een bovengrens. Als het dier te warm wordt, raakt het oververhit en nemen vitale lichaamsfuncties af. Het is dan dus heel belangrijk om letterlijk het hoofd koel te houden. Dieren kunnen met biologische aanpassingen hun temperatuur regelen, bijvoorbeeld met zweetklieren. Is dat niet voldoende? Dan kunnen ze ook hun gedrag aanpassen of een koele woning uitzoeken. Kortom: er zijn heel veel strategieën waarmee dieren op temperatuur blijven.
Zweet je koel
Net als wij zweten veel dieren, zoals paarden en reeën. De functie van zweten is dat water op de huid verdampt, waardoor je warmte verliest. Met een hele dikke vacht of verenkleed blijft het vocht daarin zitten, waardoor er minder verdampt. Dan is het minder zinvol om te zweten. Wat dan te doen?
Veel dieren raken de warmte toch op een soortgelijke ‘zweetmanier’ kwijt. Namelijk via hun mond. Daarom hijgen honden bij warm weer en ook vossen doen dit. Veel vogels, zoals merels en kraaien, zie je op een warme zomerdag met de snavel wijd open zitten. Sommige vogels trillen daarbij ook met hun keel. Of ze gaan even pootje baden, zoals deze sperwer.
Van cicaden, kleine krekels, weten we dat ze zweetkliertjes hebben om zo hun vleugels af te koelen. Hartstikke handig allemaal, maar er ontstaat wel een nieuw gevaar: uitdroging. Zwetende dieren moeten daarom wel extra veel drinken.
Een frisse duik
Veel dieren zoeken op warme dagen de verkoeling op van het water. Grote kans dat je een hele kudde runderen in het water ziet pootjebaden. Ze brengen daar met gemak uren door. Ook wilde zwijnen kiezen voor een verkoelend bad, al doen ze dat net zo graag in de modder. Dit werkt niet alleen verkoelend; de modder werkt ook als ideale zonnebrandcrème.
Koel-oren
Hazen hebben grote oren waarmee ze natuurlijk goed horen, maar ze kunnen er ook heel goed warmte mee kwijtraken. In die oren zit namelijk een netwerk van bloedvaten. Door het grote oppervlak, verliezen ze een hoop warmte. Zo houden ze met die oren letterlijk het hoofd koel.
Koudbloedige uitzondering
Insecten rekenen we tot de koudbloedige dieren, maar hommels zijn een uitzondering. Hun lichaamstemperatuur is altijd rond de 35 °C, dus veel warmer dan de buitenlucht. Wordt het toch te warm, dan hebben de harige beestjes een trucje. Hun borst en achterlijf zijn gescheiden en daartussenin zit een luchtzakje. Hun achterlijf is vaak veel koeler dan de borst en het luchtzakje houdt dat mooi gescheiden. Wordt de borst te warm, dan begint het achterlijfje ritmisch samen te trekken waardoor stroompjes koel bloed via het zakje naar de borst worden gestuwd en golfjes warm bloed gaan de andere kant op. Zo kan een groter lichaamsoppervlak warmte afgeven.
6x dieren in extreme hitte
In Nederland zal het nooit heel heet worden. Maar er zijn plekken op de wereld waar het extreem warm is.
- Zo hebben olifanten op de hete savanne verschillende manieren om af te koelen. Eén is via de huid. In de natuur geldt een regel: hoe groter het huidoppervlak, hoe meer warmte je kwijtraakt. Bij olifanten is de huid gerimpeld, waardoor het oppervlak nog groter is. Zo verliezen ze snel warmte. Ook nemen ze regelmatig een modderbad. Dat werkt net zoals zweten. Maar de meeste warmte raken de grijze reuzen kwijt met hun enorme oren. Als het warm is, gaan de bloedvaten in hun oren open en zo koelt het bloed hierin af. Ze wapperen er ook nog mee, waardoor het bloed nog sneller afkoelt.
- Uit een Australisch onderzoek in 2014 blijkt dat koala’s met koele bomen ‘knuffelen’ om te voorkomen dat ze het warm krijgen. Het voordeel ten opzichte van zweten of hun vacht likken, is dat ze hierbij geen extra vocht verliezen. Volgens de onderzoekers kan een koala hiermee de helft van de hoeveelheid water besparen die het op een hete dag nodig heeft om koel te blijven.
- Kalkoengieren plassen over zichzelf heen om af te koelen.
- Kangoeroes liggen bij warm weer het liefst in de schaduw. Wordt het ze ook daar te heet, dan gebruiken ze een noodverkoeling: ze likken hun onderarmen tot de vacht nat is. Als het speeksel verdampt, neemt het warmte uit het bloed mee.
- Gerbils in de woestijn houden een soort zomerrust in hun koele holletje om de warme, droge periodes te overbruggen.
- Pekelkreeftjes en rondwormen gaan tijdens lange droogte in een soort ruststand en komen weer tot ‘leven’ als er weer water is.
De koelte van de natuur
In de Roots-gids De mooiste wandelingen langs water staan niet alleen 17 verkoelende natuurwandelingen, je vindt in de gids ook een ruim overzicht van de mooiste natuurzwemwateren van Nederland.”
Tekst: Kim Veenman. Foto bovenaan: Niels Kooyman