Een goede telescoop is voor vogelaars, al dan niet beginnend, onmisbaar. Zo’n superkijker vergroot je vogelwereld: je ziet meer vogels en meer details, zodat vogels beter op naam zijn te brengen. Een deskundig panel testte onder aanvoering van redacteur Paul Böhre tien modellen.
Hoe bepaal je welk model telescoop voor jou het meest geschikt is, welk objectief je het beste kunt kiezen en welk statief daar goed bij past? Zelf uittesten is natuurlijk de beste manier om daarachter te komen, maar met de Roots-telescopentest ga je beter voorbereid op pad. Roots-redacteur Paul Böhre geeft alvast drie kooptips
1. “Bepaal vooraf het maximale bedrag dat je wilt besteden. Houd rekening met een minimaal bedrag van € 500 (inclusief statief), en maximaal € 4.000. Tip: spaar nog even door als je net niet die telescoop kunt kopen die je graag wilt. Een goede telescoop koop je waarschijnlijk maar een keer in je leven.”
2. “De meeste telescopen zijn zowel met een rechte als schuine inkijk te koop. Voordeel van een schuine inkijk is dat je je statief 20 cm minder hoog hoeft op te zetten, wat de stabiliteit ten goede komt. Ook handig in de auto (een prima schuilplaats): de meeste telescopen kun je op hun kant draaien, waardoor je ‘om de hoek’ kunt kijken. Wie graag op een stoel zit of vaak zeevogeltrek telt, is beter af met een rechte inkijk; vliegende vogels zijn er makkelijker mee te vinden.”
3. “Test op een bewolkte dag; wanneer de zon schijnt, zijn de verschillen in helderheid moeilijker te zien. En test altijd buiten, zowel op onderwerpen ver weg als dichtbij. Dan komt het verschil in scherpte en kijkhoek goed tot uiting.
Meer kooptips en de complete test vind je in de nieuwe Roots, die vanaf vandaag verkrijgbaar is.