Het aantal barmsijzen in Nederland is deze herfst ongekend hoog.
Barmsijzen trekken iedere herfst door Nederland. Het zijn er doorgaans niet zoveel en deze herfst leek het net als andere jaren te gaan. Tot half november waren de aantallen normaal.
Maar sinds 19 november worden er ineens veel meer barmsijzen gezien dan normaal. Op piekdagen werden er 594 barmsijzen langs de IJmeerdijk bij Almere gezien en 511 in de duinen bij Den Haag.
Het is niet de grootste invasie die ooit werd waargenomen. In 1986 werden er bij Den Haag maar liefst 3149 exemplaren geteld.
De barmsijzen komen van de taiga. Als daar niet genoeg voedsel is te vinden trekken ze massaal weg, onder andere dus naar West Europa. Daarbij worden enorme afstanden afgelegd. Geringde exemplaren uit Noord China werden in Meyendel bij Den Haag teruggevonden en een exemplaar uit Michigan werd een jaar later 10.200 kilometer verderop in Siberië waargenomen.
Zelf zoeken
Een deel van de barmsijzen die in Nederland zijn neergestreken gaan hier overwinteren. Je kunt ze zelf gaan zoeken. Meestal zul je ze in groepjes aantreffen op plekken waar veel zwarte elzen groeien. De barmsijs is gek op het zaad van deze boom. Ook zaden van berk en lariks eten ze graag. Duingebieden bieden de meeste kans.
In België verblijft de barmsijs op het plateau van de Hoge Venen.
Je herkent de barmsijs aan de rode voorhoofdsvlek (kan ontbreken bij jonge vogels) en zeer korte strogele snavel. De mannetjes hebben in de winter vaak een roze zweem op borst en flanken.
Barmsijs, foto: Theo Jaspers
