Bij hooikoorts hoor je zowel de woorden ‘pollen’ als ‘stuifmeel’ vallen. Het zijn twee termen voor hetzelfde begrip: de mannelijke geslachtscellen van planten. Ze worden gemaakt in de meeldraden en zitten bomvol met DNA – het erfelijk materiaal. De afmeting van stuifmeelkorrels varieert van 0,005 tot 6 millimeter, afhankelijk van de soort. De buitenwand van stuifmeelkorrels beschermt tegen uitdroging en heeft vaak verrassend mooie patronen. Stuifmeel van windbestuivers heeft een gestroomlijnde vorm, zodat dit gemakkelijk wordt meegenomen met de wind. Bij soorten die door dieren worden bestoven, heeft het stuifmeel vaak uitsteeksels voor houvast.
Grootste boosdoeners
Grassen zijn de grootste veroorzakers van hooikoorts. Tussen maart en oktober zijn hun stuifmeelkorrels aanwezig in de lucht. In Nederland kennen we 140 soorten grassen, waarvan ongeveer 29 soorten hooikoortsveroorzakers zijn. Van de bomen staan de els, hazelaar en berk op de zwarte lijst van hooikoortspatiënten. Ben je allergisch voor de els, dan ben je al tussen februari en maart de klos. De hazelaar volgt in maart en bloeit uit tot in mei, net als de berk. Alle drie de bomen zijn naaktbloeiers, wat wil zeggen dat ze bloeien voordat ze blad dragen.
Bijvoet
De bloemen zijn onopvallend; ze hebben kleur noch geur, want als windbestuivers hoeven ze geen insecten aan te trekken. Tot slot noemen we bijvoet: een kruid dat voor veel mensen het einde van het hooikoortsseizoen inluidt. Deze plant, die tot aan je kruin kan reiken, bloeit van juli tot september met onopvallend gele bloemetjes.
Wil je hier meer over lezen en ben je (vooral) benieuwd wat je ertegen kun doen? Je leest het in het maartnummer van Roots dat nu in de winkels ligt of hier te bestellen is.
