Een spookachtig witte kerkuil in het maanlicht. Duistere kraaiensilhouetten tussen de kale takken en nerveus fladderende vleermuizen. Een nachtelijke wandeling in het late najaar geeft je een halloweengevoel. Maar ook voor de echte horrorstory’s moet je in de natuur zijn. Je leest er alles over in Roots november, online een voorproefje.
Je ziet het regelmatig op bordjes staan: “Vrij wandelen op wegen en paden. Toegestaan van zonsopgang tot zonsondergang.” Geef toe: aan die eerste regel heb je maling. Zelfs de braafste botanist zal het pad verlaten om een bijzonder plantje van dichtbij te bekijken. Maar aan het tweede gebod zul je je met plezier houden. Zeker in eentje gaat niemand voor zijn plezier ’s nachts het bos in. Daar voelen we ons dan op z’n best ongemakkelijk. Donkere schaduwen van een groep kraaien in het maanlicht, de onheilspellende roep van een bosuil, de onvoorspelbare bewegingen van een vleermuis. Unheimisch, in goed Nederlands.
Nou is een nachtelijke wandeling in een exotisch woud met sluipende tijgers, stekende muggen en rondkruipende gifslangen inderdaad niet helemaal zonder risico, maar in eigen land is de kans op een gevaarlijke confrontatie met een wild dier minimaal. Dat neemt niet weg dat de natuur vol horrorstory’s zit. Daarin zijn niet wij het slachtoffer, maar de dieren zelf. In Roots november lichten we enkele van die slachtoffers uit, online een voorproefje van twee horrorstory’s in de natuur.
Lugubere zeebewoner: de koekjessnijder
Om te beginnen duiken we de zee in. De klassieke griezel is natuurlijk de grote witte haai, maar de eetgewoontes van zijn onbekendere neefje de koekjessnijder zijn minstens even huiveringwekkend. Het haaitje, formaat flinke komkommer, sluipt in het donker rond, op zoek naar een grote prooi. Overdag in de diepzee, ’s nachts dichter bij het oppervlak. Komt een onoplettende tonijn of een dommelende dolfijn op zijn pad, dan zet het haaitje razendsnel zijn vlijmscherpe tanden in het vlees, draait om zijn as en wipt met zijn snuit als hefboom een hamburger uit zijn prooi. Voordat die op de pijnscheut reageert, is de dader hem al gesmeerd.
Bloeddorstige vleermuizen
Vleermuizen vormen na de knaagdieren de grootste orde binnen de zoogdieren en ze zijn plaatselijk erg talrijk. Toch zijn deze dieren bij het grote publiek onbekend en onbemind. Hun nachtelijke gefladder en griezelige smoeltjes dragen daaraan bij, aangewakkerd door verhalen van onruststokers als Bram Stoker. Maar deze Ierse schrijver had zijn gothic novel Dracula uit 1897 niet helemaal uit de duim gezogen. Vampiers bestaan namelijk echt. Deze vleermuizen uit Midden en ZuidAmerika tappen in de nacht heimelijk bloed. Meestal bij een tapir of koe, maar mensenbloed lusten ze ook.
Hun vlijmscherpe tanden zorgen voor een pijnloze beet, stollingsremmers uit hun speeksel voor een gestaag sijpelende bloedstroom. Per sessie lebbert een vampier vleermuis ongeveer een half borrelglas bloed op. Dat kun je missen, maar de beet geeft een kleine maar serieus te nemen kans op besmetting met hondsdolheid. Dus als je een echte horrorstory wilt voorkomen: haal een rabiësvaccinatie als je plannen hebt om in vampiergebied te bivakkeren.
Bekijk ook:
De barnsteenslak is een vredelievende moerasbewoner. Dit gebeurt er wanneer zijn lichaam wordt geënterd door een parasitaire platworm (video)….
Meer lezen
De koekjessnijder staat op plek 1 in de Roots top 10 van afschrikwekkende vissen. Maar het is natuurlijk maar net wat je eng vindt: grootte, gif, tanden of een even ingenieuze als huiveringwekkende parasitaire leefwijze. Lees, kijk, en huiver.
Een krachtig gif, vlijmscherpe tanden, of venijnige parasiet – dieren kunnen een enorm gevaar zijn voor mensen. Welk dier het grootste gevaar vormt ligt er maar net aan hoe je gevaar definieert. Voor deze top tien van gevaarlijkste dieren ter wereld kijken we naar het aantal mensen dat jaarlijks sterft na contact met een dier, wereldwijd. Daarbij laten we de mens zelf, als moordenaar van zijn eigen soort, even buiten beschouwing.
Tekst: Geert Jan Roebers
Foto bovenaan: Alain Pardon