Een van de weinige inheemse coniferen is de jeneverbes. Op de Nederlandse heidevelden worden ze echter steeds zeldzamer. In dichte struwelen groeien jeneverbessen in overwegend hoge, zuilvormige, op cipressen lijkende struiken. Als ze verspreid staan, groeien ze veel grilliger en lager.
De scherp smakende blauw berijpte kegelbessen doen er twee jaar over voordat ze rijp zijn. Dat is rond september en oktober. De bessen worden gebruikt als keukenkruid en bij het aromatiseren van jenever. En dieren zijn er dol op. Ze worden bijvoorbeeld gegeten door de grote lijsters.
Jeneverbes in het echt zien?
Roots heeft diverse wandelroutes waarbij je langs fraaie jeneverbessen komt:
Dit natuurommetje bij Meppen is een mooi kort rondje. En in het Otterlose Bos doorkruis je zelfs een jeneverbessenbos.