Roots gidst je deze zomer met een mini zomer-veldgids door het bos en over heide, we zitten aan de oevers van vennen en langs de slootrand én slenteren langs de Nederlandse kustlijn. En van elke plek vertellen we welke dieren en planten je kunt zien. Zo verander je razendsnel in een wandelende natuurgids. Als voorproefje: 7x zeeleven langs de kust.
1 Nonnetje
Een non associeer je niet met roze, maar toch heet de roze schelp nonnetje. Dit schelpdier komt langs de Nederlandse kust veelvuldig voor. Hij leeft enkele centimeters ingegraven in het zand. De schelp, die tot 3 cm lang kan worden, is wit en heeft roze, gele of oranje banden.
2 Amerikaanse zwaardschede
In 1979 werd hij voor het eerst in de Waddenzee waargenomen: de Amerikaanse zwaardschede; deze schelp komt oorspronkelijk voor langs de Oost-Amerikaanse kust. Drie jaar later was hij al vrij talrijk. In 1985 volgde in Katwijk de eerste waarneming buiten het Waddengebied. Overal waar de schelp terechtkwam, groeiden de aantallen in drie tot vier jaar sterk. Waarschijnlijk is deze exoot via ballastwater van een schip hier beland.
3 Zeekraal
Zeekraal is een pioniersplant die groeit op plekken die regelmatig met zout zeewater overstromen. De wortels van de plant hebben een truc bedacht om te voorkomen dat ze te veel zout opnemen: ze zijn omgeven door een laagje zuurstof. In de herfst kleurt zeekraal rood tot paarsachtig. Het plantje wordt vanwege de zilte smaak ook gebruikt in gerechten. Op deze 6 plekken kun je zeekraal zien.
4 Bontbekplevier
Plevieren zijn kleine bontgekleurde steltlopertjes die je regelmatig tegenkomt bij water. Broedden ze vroeger vooral op schelpenstranden, tegenwoordig is het daar veel te druk. Ze zoeken daarom steeds vaker nieuw aangelegde natuur op, zoals opspuitterreinen. In Nederland komen drie ‘halsbandplevieren’ voor: de kleine, de bontbek- en de strandplevier. Ze lijken behoorlijk op elkaar, dus hoe herken je een bontbekplevier? Ze hebben een oranje, dikke snavel met zwarte punt, een zwart-witte koptekening en ze hebben vrij korte, oranje pootjes.
5 Zeeraket
Dicht bij het water, tussen strand en duin, daar woont zeeraket. Deze opvallende verschijning langs het strand kan 60 cm hoog worden. Hoewel zijn tere lilabloemetjes anders doen vermoeden, is het een taaie. Hij heeft vetplantachtige bladeren en leeft op ondergestoven dode dieren en planten. De kurkachtige, harde vruchten kunnen drijven en worden zo door de zee verspreid.
6 Wulk
De wulk is een forse zeeslak die vooral dode zeedieren eet, maar hij vangt ook levende prooien. Snel gaat dat niet, het blijft immers een slak. De wulk heeft een grote, kegelvormige schelp die tot 12 cm groot kan worden. Je kunt hem vinden langs het strand, maar ook vaak langs aangelegde schelpenpaden. De oudere, lege schelpen verkleuren vaak blauw.
7 Japanse oester
Let tijdens het strandjutten op blote voeten goed op de Japanse oester. De schelp is namelijk messcherp en zorgt voor een diepe snee in de voet. Het is een exoot die je vindt in Zeeland, maar ook op de Wadden. Het aantal is inmiddels explosief gegroeid. In de Waddenzee vind je uitgestrekte banken en riffen met deze oester. Scholeksters hebben de Japanse oester inmiddels leren eten. Ze steken hun snavel tussen de schelphelften of pikken een gat in het dunne deel van de schelp.
Mini zomer-veldgids
De complete mini zomer-veldgids vind je in het nieuwe en dubbeldikke zomernummer (juli & augustus) van Roots. Bestel deze eenvoudig online. Gebruik de kortingscode ‘GRATIS’ en je krijgt het nummer zonder verzendkosten thuisgestuurd. Deze aanbieding geldt t/m 31 juli 2020.