Er is een plek in Noorwegen waar een dier rondloopt dat rechtstreeks uit de ijstijd stamt: de muskusos. In de loop van vele jaren leerde fotograaf Niels Kooyman deze charismatische dieren van dichtbij kennen. Het resultaat is een prachtig winterportret.
Het fraaie berglandschap van het Noorse nationaal park Dovrefjell-Sunndalsfjella mag in de zomer een populaire vakantiebestemming zijn van wandelaars die worden aangetrokken door de 1.693 vierkante kilometer ongerepte Scandinavische natuur, onder winterse omstandigheden laat het gebied vaak een minder aanlokkelijk gezicht zien. Zelfs door de wol geverfde Noorse buitensporters mijden dan de besneeuwde hellingen, beducht als ze zijn voor de genadeloze poolwind waar deze streek om bekend staat. Maar het is juist de wind die Dovrefjell-Sunndalsfjella geschikt maakt voor een dier dat in de ijstijden in heel Europa voorkwam: de muskusos.
Deze grazer kan alleen op plekken met een matig sneeuwdek de bodemvegetatie (o.a. rendiermos) bereiken, na met de voorpoten de sneeuw weg te hebben getrapt. En dus is deze bikkel veroordeeld tot een leven op hoogte, daar waar veel sneeuw verwaait naar luwe laagtes. De muskusos is hier qua bouw volledig op aangepast, met hemoglobine dat ook bij hevige kou goed zuurstof bindt, het vermogen de temperatuur in ledematen te reguleren, en een vacht met als onderlaag de geroemde en subliem isolerende wol qiviut en als deklaag hangend haar van wel een meter lang waarmee het de buikzone en ook de poten grotendeels afschermt.
Elementen trotseren
Het uiterlijk van een diersoort speelt een grote rol voor een fotograaf. In het geval van de muskusos was dat naast zijn charismatische gedrag zeker een factor die mij aantrok. Het omringende landschap werkt in dit geval uiteraard ook mee. Ik had ze in mijn jonge jaren al eens gefotografeerd in een zomerse setting en wat jaren later in de herfst. Niks mis mee, maar dat zijn niet de winterse omstandigheden waar dit dier voor ontworpen is. En daarbij is die witte wereld ook nog eens enorm fotogeniek. Langzamerhand ontstond daarom het plan om het park in de winter te bezoeken. Om meerdere dagen achter elkaar te kunnen fotograferen, moest er ter plekke, in de buurt van muskusossen, gekampeerd worden. En dat is niet zomaar een kampeeruitje. Niet qua uitrusting en niet op praktisch gebied.
Maar goed, na een forse investering in een winteruitrusting en een cursus ‘bivakkeren in sneeuw’ ben ik inmiddels een tiental muskusos-expedities verder. Vaak wordt mij gevraagd of dat winterkamperen niet een enorm koude bedoening is. Verrassend genoeg is het kamperen niet het meest oncomfortabele onderdeel van deze trips. Eenmaal in de tent ben je beschermd tegen de wind en kan de temperatuur zelfs aangenaam zijn. Gelukkig maar, want de avonden zijn lang, ook omdat het boven een benzinebrander smelten van sneeuw – in de voortent – bij het bereiden van dranken en de warme maaltijd veel tijd kost. Buiten daarentegen is nagenoeg niets plezierig. Het valt dan ook niet mee om ’s ochtends bij het ontwaken de donzen slaapzak open te ritsen, de tent te verlaten en de elementen te trotseren tijdens de dagelijkse zoektocht naar een of meerdere muskusossen.
Meer lezen over dit avontuur?
In het extra dikke december- en januarinummer vind je de complete reportage van maar liefst 10 pagina’s. Om een beetje in de sfeer te komen: Niels Kooyman maakte ook enkele filmshots…
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Tekst en foto’s: Niels Kooyman