Als in de herfst de najaarsbuien neerdalen en de meeste dieren schuilen, gaat de vuursalamander juist op pad. Niet alleen om voedsel te zoeken, maar ook om te paren. Natuurfotograaf Edwin Giesbers ging op zoek naar de zeldzame amfibie, zijn reportage vind je in Roots oktober. Online een voorproefje.
Salamandra salamandra – de wetenschappelijke naam van de vuursalamander klinkt als een toverspreuk. Dat past ook wel bij een dier dat zo raadselachtig is en niet veel wordt waargenomen. Dat heeft een aantal redenen.
Ten eerste is de op het land levende salamander een ware meesterverstopper, die zich tijdens een droge zomer langdurig verborgen kan houden. Dat verandert als de herfst is aangebroken. Vooral op regenachtige nachten komt de salamander tevoorschijn, hoewel hij zich ook weleens overdag laat zien (maar dan vooral als het vochtig weer is). Ten tweede heeft de vuursalamander de uiterste noordwestelijke grens van zijn leefgebied in het puntje van Nederland, in ZuidLimburg. En terwijl het altijd al een zeldzaam diertje was, werd de vuursalamander vanaf 2008 nog veel zeldzamer, want in dat jaar sloeg het noodlot toe in de drie Nederlandse leefgebiedjes. Opeens werden bij inventarisaties vooral dode dieren gevonden en nog maar weinige levende. In de jaren daarna bleek 99,9 procent van de Nederlandse populatie verdwenen.
Via een actieplan in 2012 – opgestart door Ravon – werden nog maar enkele tientallen vuursalamanders gevonden en veiliggesteld; ze werden in drie dierenparken opgevangen. Een jaar later vonden onderzoekers Martel en Pasmans van de Universiteit van Gent de oorzaak: een tot dan toe onbekende schimmel. Deze schimmel – Bsal geheten – tast de salamanderhuid aan, waardoor de salamander binnen enkele weken sterft. Tegenwoordig leeft een uiterst kleine populatie vuursalamanders waarschijnlijk op nog maar één plek in Nederland: een klein hellingbos bij Maastricht.
Ondersoort terrestris
De vuursalamander die in Nederland leeft is de ondersoort Salamandra salamandra terrestris, herkenbaar aan een patroon van gele strepen en vlekken. In België komt deze ondersoort op meer plekken voor, zoals in de Ardennen en het vanwege zijn boshyacinten vermaarde Hallerbos. Daarnaast vind je terrestris in Frankrijk en het westelijke deel van Duitsland. “In totaal worden circa 13 ondersoorten onderscheiden, waarvan de meeste voorkomen op het Iberisch Schiereiland”, vertelt Paulus Schotten, een doorgewinterd amfibieën en reptielenliefhebber.
“De verschillende ondersoorten lijken nogal op elkaar en zijn alleen goed te onderscheiden als je de herkomst kent; bovendien zijn er ook nog overgangsvormen. De theorie is dat ze tijdens de ijstijden overleefden in geïsoleerde populaties die daarna weer met elkaar in contact kwamen.” Elke vuursalamander heeft zijn eigen patroon van gele stippen en strepen, als een soort van barcode. Bijzonder handig voor onderzoekers om individuen makkelijk te kunnen herkennen.
Op vrijersvoeten
In tegenstelling tot andere soorten salamanders – die pas actief worden als het warm wordt – gaat de vuursalamander al bij temperaturen van 6 tot 8 graden op pad. Hij gaat dan op zoek naar voedsel, waarbij hij niet kieskeurig is. Schotten: “De vuursalamander eet allerlei ongewervelden, waaronder wormen, naaktslakken en ook insectenlarven, pissebedden en spinnen. Omdat hij zelf niet zo snel is, eet hij vooral wat tragere prooien.”
Een grote actieradius heeft het dier niet en sommige individuen maken jaren achtereen gebruik van dezelfde schuilplek. Over het algemeen neemt men aan dat één enkel exemplaar niet veel verder komt dan zo’n 200 meter van zijn ‘basiskamp’. Als je ooit de uitermate trage tred van een vuursalamander hebt gezien, snap je waarom hij maar korte afstanden overbrugt.
Behalve voedsel zoekt de salamander ook naar een partner. Hebben vrouwtje en mannetje vuursalamander elkaar gevonden, dan volgt de paring. Anders dan onze andere salamandersoorten is de vuursalamander levendbarend.
Het vervolg van dit artikel lees je in Roots oktober, nu in de winkel en eenvoudig te bestellen via de webshop.
Tekst en foto’s: Edwin Giesbers
Meer lezen
- Kort geritsel in een heidestruikje met dorre bladeren langs het zandpad. Dat is meestal je eerste ervaring met een zandhagedis. Vluchtig dus. Als je de kans krijgt om ze goed te bekijken, zie je wat voor prachtbeesten het zijn. Gelukkig wordt die kans steeds groter, want het gaat weer wat beter met onze zandhagedis.
- Wat een vraag: salamander of hagedis?
- Het is misschien wel een van de meest fotogenieke amfibieën ter wereld: de boomkikker. Met ruim duizend soorten wereldwijd een globetrotter. In Nederland komen drie van de zes Europese soorten voor, blijkt uit recent DNA-onderzoek. En het gaat best goed met deze kwetsbare kwakers.