Met de warmte van de laatste tijd dreigt er een watertekort voor vogels. Dat is vervelend, een gebrek aan (schoon) water beperkt de fladderaars in belangrijke levensbehoeften. Zaadeters bijvoorbeeld krijgen weinig vocht binnen via hun voedsel, en moeten het juist hebben van waterpartijen zoals een vijver of een vogelbadje. Ze hebben het water niet alleen nodig om van te drinken, ze gebruiken het ook om in te badderen. Door af en toe een bad te nemen wassen ze hun verendek om zich van vuil en eventuele parasieten te ontdoen. Weinig water in het leefgebied zet vogels dus aardig onder druk, maar er zijn manieren waarop de vogels een handje geholpen kunnen worden.
De aanleg van een vogelbadje in de tuin is relatief simpel; een schotel van redelijk formaat met in het midden een blok (van steen of hout) voor de vogels om op te staan is al voldoende. Door het bad dicht bij struiken te plaatsen zorg je er voor dat vogels zich terug kunnen trekken waardoor ze minder makkelijk ten prooi vallen. Het aanplanten van doornige struiken werkt ook goed: het houdt katten buiten de tuin. Het vogelbadje trekt niet alleen vogels maar ook andere water minnende dieren zoals libellen, kikkers en salamanders. Het verrijkt je tuin!
Foto: Tineke Smit Broekhuizen
