In Nederland bestaat al zo’n 20 jaar een financiële ondersteuning voor boeren die hun akkerranden niet voor productie gebruiken maar voor wilde bloemen en diverse grassen. Dat ziet er niet alleen leuker uit, maar is ook beter voor de biodiversiteit.
Er werd altijd aangenomen dat ook veel weidevogels van deze maatregel zouden profiteren. Maar uit recent onderzoek blijkt dat ondanks het rijke insectenleven in deze akkerranden de reproductiecijfers van verschillende weidevogels toch niet toenemen in gebieden met wilde akkerranden.
Een voorbeeld is de veldleeuwerik in Oost-Groningen. Ondanks de fraaie akkerranden is de soort daar met 40 % achteruit gegaan.
Wetenschappers denken dat het akkerrandenbeleid op zich prima is, maar dat er meer ondersteunende maatregelen zouden moeten komen om het effectief te maken. Zoals latere maaidata in de nabijgelegen weides en meer struweel aanplanten.
Foto: een veldleeuwerik