Nu te fotograferen: de gewone dotterbloem

De gewone dotterbloem is een echte vroegbloeier en één van de eerste planten die weer wat kleur geeft aan de natuur. De felgele bloemen zijn een ideaal fotografieonderwerp. De bloeitijd is in maart en april.

De gewone dotterbloem wordt vaak kortweg dotterbloem genoemd. Je zou de dotterbloem kunnen verwarren met de boterbloem, maar de dotterbloem bloeit eerder en is robuuster. De plant kan wel vijftig centimeter hoog worden, de bloemen hebben een doorsnee van maximaal vijf centimeter. Opvallend is het grote aantal meeldraden.

Waar vind je de dotterbloem

Je vindt deze plant overal in de Lage Landen langs (of soms in) beken en sloten. Het liefst heeft deze plant het hele jaar door een vochtige bodem. Omdat de gewone dotterbloem in de winter zijn groene bladeren behoudt, kun je eind februari al op zoek gaan naar vindplekken van deze fotogenieke bloem. Het zijn doorgaans flinke pollen en de licht glimmende, gekartelde bladeren zijn makkelijk te herkennen.

Hoe fotografeer je de dotterbloem

Let goed op de achtergrond. Zo in het vroege voorjaar kan de omgeving nog kaal en rommelig ogen. Bekijk de bloemen van alle kanten en ontdek wat de mooiste achtergrond is.

Kies voor een wat lagere diafragmawaarde (bijvoorbeeld f/4.0), zodat de achtergrond onscherp wordt.

Als je langs een stromend beekje fotografeert kun je het water in de compositie opnemen. Probeer dan eens de beweging van het water vast te leggen. Met een langere sluitertijd (1/2 of meer) ziet het bewegende water er melkachtig uit.

Voor een creatief/dromerig beeld kun je kiezen voor een nog lagere diafragmawaarde (f/2.8) en scherpstellen op de meeldraden.

Profiteer eens van een laag voorjaarszonnetje. Fotografeer met tegenlicht, kies een zeer laag standpunt en zorg dat er een aantal verticale bloemblaadjes tussen de camera en de zon staat. Het licht dat door de bloemblaadjes heen schijnt, zorgt voor een bijzondere sfeer en zo krijg je een andere kijk op de dotterbloem.