Vanuit hun broedgebieden in Siberië arriveren in oktober en november de kolganzen in Nederland. Er overwinteren hier naar schatting zo’n 900.000 kolganzen. In maart zijn de meeste dieren weer verdwenen.
Je vindt kolganzen onder andere in Friesland, het rivierengebied, Zeeland en West-Vlaanderen (het natuurgebied het Zwin en de Oostkustpolders). Kolganzen zijn niet xenofoob, je ziet ze vaak in gemengde groepen met andere soorten ganzen zoals grauwe ganzen en brandganzen.
Fototips kolganzen
• De auto kan een prima plek zijn om kolganzen te fotograferen. Met een flinke telelens (minimaal 200 millimeter) en een rijstzak (voor in het open raam) verstoor je de ganzen niet en je zit er zelf nog comfortabel bij ook.
• Als je een grote groep ganzen hebt gevonden, pas dan op dat je de dieren niet verstoort. Het lijkt een indrukwekkend schouwspel, zo’n grote groep ganzen die in één keer opvliegt. Maar het kost de dieren veel (onnodige) energie en dat is zeker tijdens de wintermaanden niet bevorderlijk.
• Een beeldvullende, van top tot teen gefotografeerde gans kan wat saai overkomen. Je kunt dit oplossen door een interessante omgeving op te zoeken, zoals een groep ganzen in een nevelig rivierlandschap.
• Afgezien van de roze snavel en de oranje poten, zijn kolganzen tamelijk grauw van kleur. Probeer daarom een mooie gekleurde achtergrond voor je onderwerp te vinden. Een goudkleurige avondlucht (zie foto) is een ideale omgeving.
• Een leuke uitdaging: vliegende kolganzen fotograferen. Stel je camera in op continu AF (servo AF) zodat de camera continu scherpstelt. En gebruik een telelens van minimaal 500 millimeter. Werk met korte sluitertijden, 1/1.250 of nog korter. Maak vervolgens heel veel opnames omdat je uiteindelijk veel missers zult hebben (toch niet helemaal scherp en ganzen die half het beeld uitvliegen).
Meer over ganzen
Interessante vraag: waarom vliegen ganzen altijd in een V?
Ken je het geluid van de kolgans? Beluister onze podcast Notenkrakers.
Foto bovenaan: Henny van Egdom
