Nu te doen: zandhagedissen fotograferen

Zandhagedissen fotograferen kun je het beste tussen eind maart tot begin oktober. De zomermaanden zijn de perfecte maanden om ze op te sporen. Geduld is een belangrijke factor bij zandhagedissen fotograferen. Het voordeel daarvan is dat je van het lange wachten helemaal zen kunt worden.

De zandhagedis is zo’n 18 tot 20 centimeter lang. De vrouwtjes zijn iets kleiner dan de mannetjes. Opvallend is de grote kop. De vrouwtjes zijn grijzig bruin gekleurd. De mannetjes hebben een (donker) groene buik en zijflanken en in mei/juni kleuren de mannetjes fel groen. Jonge zandhagedissen hebben een zandkleurige staart.

Waar kun je zandhagedissen fotograferen?

Heidegebieden, duinen en zandverstuivingen op de Veluwe zoals het Hulshorsterzand en het Kootwijkerzand , zijn de ideale leefgebieden voor de zandhagedis. Ook in de duinen langs de kust kun je zandhagedissen fotograferen. In België vind je ze vooral in Lotharingen (in de buurt van Luxemburg). ’s Nachts en bij bewolkt weer verstopt de zandhagedis zich in een holletje en is dus lastig te vinden. Bij zonnig weer wordt deze hagedis actief en kun je hem zonnebadend of jagend spotten. Als het heel warm wordt (wat kan gebeuren op zandverstuivingen) trekt de zandhagedis zich weer terug in zijn hol.

Hoe fotografeer je zandhagissen?

Kies een mooie warme dag om te fotograferen. Zoek een mooie open plek uit, het liefst met een verhoging zoals een oude boomstam of een zandbult. Op dit soort plekken neemt de zandhagedis graag een zonnebad. Neem de tijd en wacht rustig af. Komt er één tevoorschijn houd je dan heel rustig, na verloop van tijd zal het nieuwsgierige diertje wel dichterbij komen. Plaats je camera zo laag mogelijk, zodat je de zandhagedis recht in de ogen kunt kijken. Als je diafragma beperkt is, zorg er dan voor dat in ieder geval de kop scherp is. Als de zandhagedis zijn kop opricht, is hij het mooist om te fotograferen.