Een groene droom voor Roots komt uit: wij krijgen een eigen bos: het Roots-bos. Voor iedere nieuwe abonnee planten wij namelijk een boom. Zo creëren we, via het Tiny Forest-project van IVN, in Zaandijk een stadsbos met maar liefst zeshonderd bomen.
Waarom zou je als natuurmagazine een bos willen in de stad? Daar zijn veel antwoorden op te geven. Omdat het goed is voor de soortenrijkdom van dieren en planten. Omdat het fijner is om naar een bos te kijken dan naar een parkeerplaats. Omdat een bos beter water bergt dan stoeptegels of asfalt. Omdat een bos goed is voor de luchtkwaliteit. Omdat een bos koelte biedt in de zomer. Omdat een bos avontuurlijk is voor kinderen. Omdat we op een winderige en regenachtige dag in de winter van 2018 als Roots-redactie bedachten dat we meer willen doen om Nederland natuurrijker te maken.
Niet alleen door te inspireren via ons magazine en online met natuurverhalen, maar ook door iets tastbaars in de buitenlucht. Een bos bijvoorbeeld. Een bos in Nederland. Een bos in de stad. Die stad heet Zaandijk en ligt in Noord- Holland. Naast basisschool De Werf plant Roots dit najaar een bos. Voor iedere nieuwe abonnee één boom. Tot we zeshonderd bomen hebben. Dan hebben we namelijk op 200 m2, het formaat van een tennisveld, genoeg bomen voor een bos. Drie bomen per m2. Uit ervaring weet ik dat dat voelt als een jungle wanneer je daar doorheen wandelt. Een kleine jungle in de stad.
Bos op tennisbaanformaat
Bij Roots weten we genoeg over de dieren die in bossen leven en over bomen en insecten, maar een bos planten hebben we nooit gedaan. Bij Instituut voor Natuureducatie (IVN) weten ze daar wel alles van. Want zij hebben in 2015 het project Tiny Forest opgezet. Het oorspronkelijke idee is van de Indiase ingenieur Shubhendu Sharma. Toen Daan Bleichrodt, projectleider bij IVN, zijn verhaal hoorde, besloot hij het idee naar Nederland te halen: “Een Tiny Forest is een klein bos met de omvang van een tennisbaan waar een groot aantal verschillende boomsoorten bij elkaar wordt gezet omdat dat goed is voor vogels, vlinders, insecten en kleine zoogdieren. En voor kinderen, want via een bosje in de buurt komen stadskinderen in contact met natuur.” Voor het Roots-bos werken we daarom nauw samen met IVN en het bos voldoet aan de eisen die IVN stelt (we planten bijvoorbeeld alleen inheemse soorten). Het Roots-bos is dus officieel een Tiny Forest.
De opmars van kleine bossen
IVN wil graag voor 2022 honderd van deze kleine minibossen hebben aangelegd in Nederland. En dat gaat hard, want de teller staat nu op 85, verspreid over Nederland. Van Alphen aan den Rijn tot Zwolle en van Groningen tot Tilburg. Overal schieten minuscule stadsbosjes als paddenstoelen uit de grond. “Die 85 bossen staan in de openbare ruimte. Inmiddels zijn ook allerlei spin-offs ontstaan van Tiny Forest. Zo zijn er al twintig particulieren die op eigen grond een mini-bos hebben aangelegd, variërend in grootte van 100 tot 500 m2. Voor mensen met een kleine
tuin is er het Tiny Forest-pakket. Daarmee leg je in je eigen tuin een inheems microbos aan van 6 m2 vol bomen, struiken en kruiden. Ik heb het uitgeprobeerd in mijn eigen tuin en dat ging goed.”
De bodem is de basis
In december 2015 legde IVN het eerste Tiny Forest aan: het Groene Woud in Zaandam, onderdeel van de gemeente Zaanstad. Het was niet alleen het eerste Tiny Forest van Nederland, maar ook van Europa. In vijf jaar tijd is dit een serieus bos geworden. Het Roots-bos staat straks naast basisschool De Werf in Zaandijk, dat ook onder de gemeente Zaanstad valt. Het bos komt op de hoek van het schoolterrein, waar de Koperslagerstraat uitkomt op de Witte Veerstraat. Daar staat al een grote wilg en een jonge eik. Het Roots-bos wordt rondom deze bomen aangelegd.
Bodemonderzoek
Voordat je een bos kunt planten, moet je precies weten hoe de bodem in elkaar steekt. In mei 2020 heeft Anne Mara Sillevis Smitt, die als projectleider werkt bij IVN, een bodem onderzoek gedaan. Haar bevindingen: “Door de droogte was de grond keihard. Met een grondboor kon je er bijna niet in komen. De bovenlaag is zanderig, daaronder wordt het zwarter en humus rijker. En op 10 cm diepte zit veel puin, zoals steentjes en glasscherven. Dat komt omdat daar kortgeleden is gebouwd; de bouwketen stonden precies op de plek waar nu het bos komt. Om de bomen goed te kunnen laten wortelen, wordt de bodem tot op een meter diepte losser gemaakt en het puin wordt dieper naar onderen gespit.” Bij dat bodemonderzoek was ook Essi Laine betrokken. Zij is beplantingsdeskundige bij hoveniersbedrijf Hoek. “De kleibodem wordt nog verrijkt met organisch materiaal, zodat de bodemstructuur verbeterd wordt en het bodemleven op gang kan komen.”
530 bomen
Tijdens het grondonderzoek keek Laine ook naar de grondwaterstand. “Op 80 cm diepte werd de grond vochtiger, en dat is prima. Het is niet te droog en niet te nat.” Op basis van deze kennis maakte Laine een beplantingsontwerp. “Dit ontwerp moet nog wel goedgekeurd worden door de ecoloog van de gemeente Zaandstad, die ook bij het project is betrokken.” Bij het ontwerp en de keuze van de bomen keek Laine ook naar de omgeving. “Je hebt kleigrond en dichtbij stroomt de Zaan, dat is een beetje een rivierlandschap. Daar horen wilgen bij, zoals boswilg en schietwilg, maar ook zwarte els, iep en zomereik passen in deze omgeving. En meidoorns natuurlijk.” Ongeveer 70 heesters en 530 bomen komen er in het Roots-bos, allemaal inheemse soorten.
Bos als groen lokaal
Vanaf het schoolplein kun je door het bos lopen en passeer je twee wilgenhutten waarin kinderen kunnen spelen. Bij het bos komt ook een buiten leslokaal waar geen linoleum ligt maar houtsnippers. Zitstammen dienen als stoelen. Het Roots-bos wordt in november geplant. Zeshonderd bomen en struiken in verschillende hoogtes. Als het goed is, zie je over een paar jaar een flink bos. Dan nestelen er misschien wel vogels in ons droombos.
Tekst: Daniël Mulder