Mist en vorst, voor weggebruikers is dat een gevaarlijke combinatie. Maar natuurfotografen kunnen er blij van worden. Een mooi voorbeeld is deze foto van Johan Tollet. De fotograaf vertelt.
“Ik was een week in het Zwarte Woud en had deze plek al meerdere keren bezocht, het is een fantastische plaats in de buurt van het plaatsje Hofsgrund. Zowel vanwege de speciale door de wind gevormde bomen, als het landschap bij avondlicht.
Ik had een foto zoals deze al in mijn gedachten,. maar dan moesten de weersomstandigheden wel mee zitten. Twee ochtenden ben ik op deze plaats geweest om te kijken of er mist was. Maar die was er niet, er was wel een beetje sneeuw gevallen maar niet genoeg. Dan maar terug.
Veel mist
Diezelfde dag s’avonds heb ik het weerbericht gecheckt en dat klonk veelbelovend. Ik ben de volgende morgen teruggegaan en toen was alles perfect: veel mist, aangerijpte takken en sneeuw.
Er moest veel mist zijn voor deze foto. Ik wilde deze boom in zijn eentje vastleggen zonder storende andere bomen in de achtergrond.Het was eind december, dus heel vroeg hoefde ik niet op te staan. Rond 9 uur ben ik naar de plaats gegaan en ben daar gebleven tot de middag. Deze foto maakte ik rond de middag toen er iets meer licht door de mist kwam.”
Johan gebruikte voor deze foto een Nikon D90 en een 18-200 millimeter zoomlens, diafragma f/13, sluitertijd 1/100, ISO 200.
Tips voor mist en ijs fotografie
• Luister goed naar de weerberichten als je graag met mist (en vorst) wilt fotograferen. Als het moment toch tegen valt, probeer het dan gewoon nog een keer.
• Op echte winterse dagen kun je vaak de beste foto’s rond het middaguur maken. Als de zon iets meer kans krijgt, is het licht vaak het mooist. Ook voor macrofotografie kan smeltende rijp prachtige beelden opleveren.
• Bescherm je batterij tegen vrieskou. Bij temperaturen onder nul loopt deze veel sneller leeg.
• Je kunt in de sneeuw ook zogenaamde Highkey foto’s maken. Waarbij de sneeuw een (bijna) effen wit vlak wordt. Lees meer over deze techniek in de mini-masterclass van Stefan Gerrits.